e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Heel

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
stopverf kneden opwerken: ǫpwerkǝ (Heel) Stopverf voor gebruik kneden. Het materiaal wordt daardoor soepeler en kan dan makkelijker worden verwerkt. [N 67, 28b] II-9
stopverf uithakken uitkappen: ūtkapǝ (Heel) De oude stopverf met behulp van hamer en hakmes uit de sponning verwijderen. [N 67, 90a] II-9
stopwas stopwas: štǫpwas (Heel) Harde was die wordt gebruikt voor het dichtstoppen van naden en spijkergaten die na het in de was zetten van het meubelstuk nog zichtbaar zijn. [N 53, 236b] II-12
stormx storm: sjtòrm (Heel) storm, zeer hevige, zekere tijd aanhoudende wind [tempeest] [N 81 (1980)] III-4-4
stortplaats stort: sjtòrt (Heel) de plaats waar vuilnis gestort mag worden [stort] [N 90 (1982)] III-3-1
stoten hobbelen: hubǝlǝ (Heel), stoten: sjtoeətə (Heel), stoeate (Heel) Het niet vlot vooruitgaan van de schaaf doordat de schaafbeitel te ver buiten de schaafzool uitsteekt. [N 53, 113a-c] || stoten, stuiken [SGV (1914)] || Stoten: een schokkende of krachtige duw geven (stoken, stuiken). [N 84 (1981)] II-12, III-1-2
stoven stoven: sjtouvə (Heel), stoeave (Heel) stoven (ww.) [SGV (1914)] || stoven; Hoe noemt U: Met weinig vet op laag vuur gaar laten worden (smoeren, stoven, wallen) [N 80 (1980)] III-2-3
straal straal: štrǭl (Heel) Veerkrachtig eeltweefsel, enigszins in de vorm van een pijlpunt (mnl. straal: pijl), dat de driehoekige ruimte van de achterrand van de steunsels van een paardehoef opvult. Tilt men de hoef op, moet er een goed ontwikkelde straal te zien zijn. Beginnend bij de bal van de voet en in één punt uitlopend naar de teen werkt de straal als een antislipmechanisme. Zie afbeelding 5. [JG 1a, 1b; N 8, 33 en 34] I-9
straat straat: straot (Heel) straat [DC 02 (1932)] III-3-1
straatbezem straatbezem: Zie tekening: c (rechts) Hiermee wordt de straat geveegd  straotbĕsem (Heel) bezem (soorten) [DC 15 (1947)] III-2-1