19317 |
trots |
groots:
grueəts (L328p Heel, ...
L328p Heel),
gruëts (L328p Heel)
|
het doen blijken van het gevoel dat men meer is dan anderen [trots, trotsheid] [N 85 (1981)] || trots || vervuld en blijk gevend van een gevoel van meerderheid boven anderen [groots, fier, trots, heel, freet, moedig, moetig,glorieus] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
19318 |
trotsheid |
grootsigheid:
gruëtsigheid (L328p Heel),
grootslapperij:
gruëtslapperie (L328p Heel),
hovaard:
hoeëvaard (L328p Heel)
|
hovaardij, trots, hoogmoed || trots, verwaandheid || verwaandheid
III-1-4
|
20428 |
trouwboekje |
trouwboekje:
trouwbeukske (L328p Heel, ...
L328p Heel)
|
het trouwboekje [trouwbusj-je] [N 96D (1989)]
III-2-2
|
20384 |
trouwen |
trouwen:
trouwe (L328p Heel, ...
L328p Heel),
trouwə (L328p Heel)
|
door het huwelijk verenigd worden; trouwen [sjanken, sanksen, berinnen, trouwen] [N 87 (1981)] || Trouwen, mensen in de echt verbinden [trouwe]. [N 96D (1989)]
III-2-2, III-3-3
|
20373 |
trouwkostuum bruidegom |
bruidspak:
broêdspak (L328p Heel),
trouwpak:
trouwpak (L328p Heel)
|
het bruidspak van de man [broedsantsoch, broeds-mantoer] [N 96D (1989)]
III-2-2
|
20176 |
trouwring |
trouwring:
trouwringk (L328p Heel),
trouwrink (L328p Heel)
|
een trouwring [N 96D (1989)]
III-2-2
|
18083 |
tuberculose |
tering:
tieəring (L328p Heel)
|
Tuberculose: infectieziekte veroorzaakt door de tuberkelbacil die vrijwel alle organen kan aantasten, meestal echter de longen (tering, teer, loosziekte). [N 84 (1981)]
III-1-2
|
34295 |
tuiertouw, tuierketting |
tuier:
tyi̯ǝr (L328p Heel),
zeel:
zęi̯l (L328p Heel)
|
Het touw of de ketting waarmee men de koe of de geit aan de tuierpaal vastmaakt. [A 17, 20; N 3a, 14h; JG 1c, 2c; monogr.; add. uit N 14, 73b]
I-11
|
19772 |
tuin |
hof:
hōēāf (L328p Heel)
|
hof [SGV (1914)]
III-2-1
|
33506 |
tuinbonen |
wollebonen:
-
wölleboeëne (L328p Heel),
WLD
wölləboeən (L328p Heel)
|
Een tuinboon, een grote soort boon labboon, paardsboon, boerenteen, molleboon, mokboon, wul, zwartvoet, huisboon, moffelboon, duiveboon, flodderboon, moffel, moffeboon, knauwboon, willeboon, paardeboon, jodenboon, roomse boon). [N 82 (1981)] || tuinboon
I-7
|