18911 |
voorzichtig |
voorzichtig:
verzichtig (L328p Heel),
väörzichtig (L328p Heel),
vèùrzichtig (L328p Heel)
|
rekening houdend met wat er zou kunnen gebeuren, zorg dragend dat er niets verkeerd gaat [listig, roekelijk, voorzichtig] [N 85 (1981)] || voorzichtig
III-1-4
|
28507 |
voorzwerm |
moerszwerm:
mōrszwɛrm (L328p Heel)
|
De eerste zwerm, gewoonlijk in juni. Een deel van een bijenvolk verlaat met de oude koningin korf of kast. Wie met de zwerm meetrekt, schijnt niet meer naar de oude woning om te zien (De Roever, pag. 34). De zwerm laat een aparte zwermtoon horen. [N 63, 29b; JG 1b; N 63, 37e; A 9, 6]
II-6
|
24033 |
vormbewijs |
vormbriefje:
vormbreefke (L328p Heel),
vormprentje:
vormprintje (L328p Heel)
|
Het bewijs dat men gevormd is, vormbriefje [firmbrifje]. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
24032 |
vormeling |
vormeling:
vormeling (L328p Heel, ...
L328p Heel)
|
Een vormeling. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
24031 |
vormen |
vormen:
vorme (L328p Heel),
vormsel toedienen:
vormsel toedeene (L328p Heel)
|
Vormen, het Vormsel toedienen [firme, fierme]. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
23343 |
vormsel |
vormsel:
vormsel (L328p Heel, ...
L328p Heel)
|
Het Vormsel [firmoeng]. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
25202 |
vorst, het vriezen |
gevreur:
gevruuör (L328p Heel)
|
vorst (vriezend weer) [SGV (1914)]
III-4-4
|
24397 |
vos |
vos:
voes (L328p Heel, ...
L328p Heel)
|
vos: Hoe noemt u in uw dialect het roodharige hondachtige roofdier dat kippen steelt en vermaard is om zijn sluwheid? [N100 (1997)]
III-4-2
|
23508 |
votiefmis |
gestichte mis:
gesjtichde mes (L328p Heel),
stichting:
sjtichting (L328p Heel)
|
Een mis die gesticht is krachtens een gelofte, votiefmis. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
18279 |
vouw |
vouw:
voaj (L328p Heel),
voaje (L328p Heel)
|
vouw [SGV (1914)] || vouwen (mv.) [SGV (1914)]
III-1-3
|