e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Heel

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
witte aalbes witte beren: witte bie:re* (Heel), witte bieere (Heel), witte miemerten: witte miemerte (Heel) [DC 13 (1945)] I-7
witte donderdag witte donderdag: witte donderdaag (Heel), witte dònderdig (Heel) De donderdag in de week vóór Pasen, Witte Donderdag [jreune dónnesjtiech]. [N 96C (1989)] III-3-3
witte kaas, wrongel weitjeskaas: weijkəskīējəs (Heel) hangop; Hoe noemt U: Een koud melkgerecht van karnemelk die men in een zak of in een doek opgehangen, heeft laten uitdruipen en vervolgens met melk en suiker aangemengd, opdient (hangop, hangebast) [N 80 (1980)] III-2-3
witte kool kappes: kappes (Heel), witte kappes: witte kappes (Heel) witte kool, de kool waarvan zuurkool gemaakt wordt [DC 27 (1955)] I-7
witte kwikstaart kwikstaart: kwikstert (Heel, ... ), wipstaart: wipstèrt (Heel) kwikstaart [SGV (1914)] || kwikstaart, wit [DC 26 (1954)] || witte kwikstaart III-4-1
witte vlekken plekken: plɛkǝ (Heel) Kale plekken op de huid. Zij zijn een gevolg van zweren of verwondingen door de druk van zadel en tuig, ook van het toebrengen van slagen. Zie ook het lemma ''gedrukt'' (7.36). [N 8, 90s] I-9
witte waterlelie waterlelie: Deze plant komt hier zelden voor en de naam wordt dan ook bijna nooit gehoord.  waterlelie (Heel) witte waterlelie [DC 17 (1949)] III-4-3
wittebrood weg: wêk∂ (Heel), wittebrood: (deftig).  wittebroeat (Heel) wittebrood [SGV (1914)] III-2-3
witten witten: wetǝ (Heel) Een muur of plafond bestrijken met witkalk. Doorgaans wordt voor witkalk gebruik gemaakt van kalk die met veel water is geblust en daarna in een kuil heeft gestaan om eventueel nog ongebluste deeltjes gelegenheid te geven uit te blussen en om een gedeelte van het overtollige water te verliezen. [N 67, 66e; monogr.; Vld.] II-9
woede gift: van gift = uit woede  gift (Heel), giftig: giftig (Heel) hevige boosheid [gift, gif, koleire, woede, horzel, frut] [N 85 (1981)] || woede III-1-4