e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Heer

Overzicht

Gevonden: 1801
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
nek nek: nek (Heer) nek [DC 01 (1931)] III-1-1
nemen, pakken nemen: nŭmme (Heer), pakken: pākke (Heer) nemen [SGV (1914)] || pakken [SGV (1914)] III-1-2
nest nest: nis (Heer), niste (Heer) nest [SGV (1914)] || nesten (mv.) [SGV (1914)] III-4-1
nest, hoeveelheid jongen worp: Endepols  worp (Heer) Hoe noemt u de hoeveelheid jongen die een dier in één keer heeft (nest) [N 83 (1981)] III-4-2
nestei nestei: nezē̜i̯ (Heer) Een nestei is het ei dat men bij het wegnemen van de eieren van de kippen in het nest laat liggen, opdat er andere bij gelegd worden. Soms gebruikt men een ei van kalk, porcelein of gips, soms een vuil ei. [S 25; monogr.] I-12
nestelen bouwen: bouwe (Heer) een nestje maken, gezegd van vogels (timmeren, vuren, bouwen) [N 83 (1981)] III-4-1
nestverlater vlug: vluk (Heer, ... ) in staat zijn om uit het nest te vliegen, gezegd van jonge volgels (vlug, stug, uitgevlogen, uitladen) [N 83 (1981)] || op het punt staan om het nest te verlaten, gezegd van jonge volgels (vlug) [N 83 (1981)] III-4-1
neus neus: naas (Heer), neus (Heer) neus [DC 01 (1931)], [SGV (1914)] III-1-1
nieuwe maan jong licht: jònk leeg (Heer), nieuwe maan: neuj maon (Heer) maan [donkere ~] [SGV (1914)] || schijngestalte van de maan: nieuwe maan [donkere maan] [N 81 (1980)] III-4-4
nieuws nieuws: nuits (Heer) nieuws [SGV (1914)] III-3-1