e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Heer

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
verkeren vrijen: vreie?? (Heer) vrijen [SGV (1914)] III-3-1
verkering hebben vrijen: vreie?? (Heer) vrijen [SGV (1914)] III-2-2
verkillen killen: kĕlle (Heer), verkillen: vĕrkĕlle (Heer), verstijven: vĕrschteive (Heer) kleumen [SGV (1914)] || verkleumen [SGV (1914)] III-1-2
verklaren verklaren: vĕrkloare (Heer) verklaren [SGV (1914)] III-3-1
verkoper verkoper: vĕrkuiper (Heer) verkooper [SGV (1914)] III-3-1
verkwanselen verkwanselen: ps. letterlijk overgenomen (dus niet omgespeld!).  verkwānsələ (Heer) Verkwanselen, op verachtelijke wijze verhandelen [vertuitelen, verkwanselen?] [N 21 (1963)] III-3-1
verlegen schouw: sjoow (Heer) verlegen [schoow, sjou, bluuj, besjeemt] [N 06 (1960)] III-1-4
verliezen verlieren: vĕrleere (Heer, ... ) verliezen [SGV (1914)] III-3-1, III-3-2
vernielen dooreen slaan: doorein schloon (Heer), kapot slaan: kapŏt schloon (Heer), verdestrueren: vĕrtĕsteweere (Heer) vernielen [SGV (1914)] III-4-4
verstandig verstandig: vĕrschtĕndig (Heer) verstandig [SGV (1914)] III-1-4