e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Heer

Overzicht

Gevonden: 1801
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
droog blijven overblijven: euverblieve (Heer), t blijft over]: ⁄t hĕlt euver (Heer) droog blijven hoewel er regen dreigt, gezegd van het weer [t weert heen [N 22 (1963)] || droog blijven, gezegd van het weer [overblijven] [N 81 (1980)] III-4-4
droog weer droog: drŭŭch (Heer) droog [RND] III-4-4
druilerig en koud weer mottig (weer): mŏttig wêr (Heer), nat (weer): ene nāte zomer (Heer, ... ), naat weer (Heer), nāāt (Heer), nattig (weer): natig wêr (Heer), regenachtig (weer): regenechtig (Heer), vochtig (weer): vochtig (Heer) nat [SGV (1914)] || nat weer [versigheid] [N 81 (1980)] || nat, vochtig, gezegd van het weer [wak, luimerig] [N 81 (1980)] || natte [een ~ zomer] [SGV (1914)] || regenachtig, gezegd van het weer [ruizerig] [N 81 (1980)] || wak weer [SGV (1914)] || zomer [een natte ~ ] [SGV (1914)] III-4-4
druipen van de regen druppen: dröppe (Heer), hēē dröp van de rênge (Heer, ... ), hēē dröpde van de rênge (Heer, ... ) droop hij ~ van den regen [SGV (1914)] || druipen [SGV (1914)] || druipt [hij ~ van den regen] [SGV (1914)] || regen [hij droop van den ~ ] [SGV (1914)] || regen [hij druipt van den ~] [SGV (1914)] III-4-4
druiventros druiventros: drōēvetrŏs (Heer) druiventros [SGV (1914)] I-7
drukte, gedoe gedoens: gedoons (Heer) gedoente [SGV (1914)] III-1-4
druppel druppel: ⁄n dröppel (Heer) druppel water [dröp, dröppel] [N 07 (1961)] III-4-4
dubbeltje dubbeltje: döbbeltsje (Heer) dubbeltje, een ~ [N 21 (1963)] III-3-1
duin duin: duin (Heer) duin, heuvel van zand [zandklip, zandbult, blink] [N 81 (1980)] III-4-4
duits duits: Dŭtsch (Heer) Duitsch [SGV (1914)] III-3-1