21274 |
geld |
geld:
gɛlt (Q105p Heer),
xɛld (Q105p Heer),
ps. letterlijk overgenomen (dus niet omgespeld!).
gēld (Q105p Heer),
pingping:
ping-ping (Q105p Heer),
poenpoen:
poen-poen (Q105p Heer)
|
geld [RND] || Geld in het algemeen; hierbij ook graag allerlei uitdrukkingen [geld, sens, poen, swis, oorden enz.] [N 21 (1963)] || geld opdoen (opmaken) [RND]
III-3-1
|
23206 |
geloof |
geloof:
gelouf (Q105p Heer)
|
geloof [SGV (1914)]
III-3-3
|
23320 |
gelooven |
geloven:
gelūīve (Q105p Heer)
|
gelooven [SGV (1914)]
III-3-3
|
24153 |
geluid van de patrijs |
krewieten:
krewieten (Q105p Heer)
|
het geluid van de patrijs (kierewieten) [N 83 (1981)]
III-4-1
|
25188 |
geluid van naderend onweer |
rommelen:
rommele (Q105p Heer)
|
eerste rommelen dat in de verte te horen is wanneer er een onweer op komst is [meutelen] [N 81 (1980)]
III-4-4
|
19227 |
gemakkelijk |
gemakkelijk:
gemeekelik (Q105p Heer)
|
gemakkelijk [SGV (1914)]
III-1-4
|
18945 |
gemeen |
gemeen:
gemein (Q105p Heer)
|
gemeen [SGV (1914)]
III-1-4
|
21465 |
gemeente |
gemeente:
gemeinte (Q105p Heer)
|
gemeente [SGV (1914)]
III-3-1
|
19067 |
gemok |
gemonk:
gemónk (Q105p Heer)
|
gemok [SGV (1914)]
III-1-4
|
33319 |
gepachte hoeve, pachtgoed |
halfersgoed:
halǝfens˲gōt (Q105p Heer),
pachtershof:
paxtǝrshōf (Q105p Heer)
|
Het bedrijf dat een boer niet in eigen bezit heeft maar pacht (huurt) van de eigenaar aan wie hij in enige vorm betaalt voor het gebruik. Bij winning in L 352 wordt aangetekend: "vroeger heeft de naam denkelijk bestaan, want er is nog een boerderij die de naam De Winning draagt". Bij enkele opgaven in Nederlands Zuid-Limburg wordt opgemerkt dat enige pachthoeven nog in "halfsheid liggen"; de eigenaar ontvangt de helft van het koren, terwijl de pachter ("halfer") het overblijvende koren krijgt met het stro. Algemene en specifieke termen zijn in dit lemma uit elkaar gehouden. Voor de fonetische documentatie van de opgaven die gelijk zijn aan die voor boerderij in het algemeen, zie het lemma "boerderij, algemeen" (1.1.1). [A 10, 2bI; L 38, 21a; L 48, 22; Lu 2, 22; S 27; Wi 18; monogr.; add. uit L 38, 22 en ander materiaal van lemma 1.1.1]
I-6
|