e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Heer

Overzicht

Gevonden: 1801
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
joden joden: joede (Heer) joden [SGV (1914)] III-3-3
jong (bn.) jong: ⁄t kind ès nŏg jónk (Heer) jong [t kind is nog ~] [SGV (1914)] III-2-2
jong en kaal vogeltje bedelaar: bedeleer (Heer) een vogel die nog gevoerd moet worden (kwèker) [N 83 (1981)] III-4-1
jong en kaal vogeltje adj. bloot: bloet (Heer), kak: kak (Heer) nog geen veren hebbend, gezegd van jonge vogels ( maaibloot, paddebloot) [N 83 (1981)] || nog niet in staat om te vliegen, gezegd van jonge vogels (kak, kwak) [N 83 (1981)] III-4-1
jong van een dier jong: jōōnk (Heer), jōŋk (Heer), Endepols  jonk (Heer), mv. jóónge  jóónk (Heer) [R 12, 38; S 16; L 1a-m; L 27, 47a; monogr.]Hoe noemt u het jong van een dier (jonk, jonkie, welp, wulp, kakerd, kakernest) [N 83 (1981)] || jong (subst.; van een dier) [Roukens 12 (1937)] || jong (ve dier) [SGV (1914)] I-11, III-4-2
jong varken bag: bak (Heer) Jong varken in het algemeen. [N 19, 3; N C, add.; L 1a-m; L 3, 2b; L 37, 49a; NE I.12; NE 2.I.9; JG 1a, 1b, 2c; AGV KI; S 3; RND 46 en 84; Vld.; Wi 51; Gwn 5, 12; monogr.] I-12
jonge brasem bliek: Endepols  bleek (Heer) De jonge brasem is zilverglanzend (bleek, bliek) [N 83 (1981)] III-4-2
jonge geit geitje: gęi̯tšǝ (Heer) [N 19, 71a; N 77, 75; A 9, 21; JG 1a; monogr.] I-12
jongen jong: jóng (Heer) jongen (knaap) [SGV (1914)] III-2-2
jongste vogeltje uit het nest kakjong: kakjong (Heer, ... ) een jonge vogel die nog niet kan vliegen (kakjong) [N 83 (1981)] || jongste vogel uit het nest (kakkenestje) [N 83 (1981)] III-4-1