e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Heer

Overzicht

Gevonden: 1801
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
meikever meikever: mēīkever (Heer), molenaar: Endepols  meuleneer (Heer) Hoe noemt u de meikever: een soort kever, 24-30mm lang; met dekschild, de poten en sprieten zijn bruinrood, de kop en het borststuk zwart met op de onderzijde een dichte witte beharing; de buiksegmenten zijn zwart met aan elke zijde een opvallende, helwit [N 83 (1981)] || meikever [SGV (1914)] III-4-2
meisje meidje: mêdsche (Heer) meisje [SGV (1914)] III-2-2
melk melk: męlk (Heer), męlǝk (Heer) De hoofdzakelijk uit water, eiwit, vet en melksuiker bestaande witte vloeistof die door het vrouwelijk rund wordt afgescheiden. Op de kaart is het woordtype melk niet opgenomen. [A3, 3; A 11, 1c; A 17, 17; A 7, 14; RND 40; RND 127; S 23; JG 1a, 1b, 2c; L 1a-m; L 4, 3; L 29, 5; NE 3, V 6n; Vld.; Gwn 10, 1; monogr.] I-11
melk zeven zijen: zęi̯ǝ (Heer) De melk door een doek, zeef of filter laten vloeien om de melk te zuiveren van onbruikbare of verontreinigende stoffen of bestanddelen. [S 46; Wi 30; monogr.; add. uit N 12, L 324] I-11
melkboer melkboer: mɛ.ləkbu.ər (Heer) melkboer [RND] III-3-1
melkkannetje melkkannetje: melləkkennəkə (Heer) melkkannetje waaruit men aan tafel melk schenkt [N 20 (zj)] III-2-1
melkstoeltje melkstoeltje: mɛlkstø̄lkǝ (Heer) Houten krukje met drie of vier poten waarop men zit bij het melken van de koeien. Zie afbeelding 10. [A 9, 13; A 42, 18a; JG 1d; monogr.] I-11
merel melder: meelder (Heer) merel [SGV (1914)] III-4-1
merg merg: mĕrk (Heer) merg [SGV (1914)] III-1-1
merrie meer: mē̜r (Heer) Gebruikt als handels-, werk-, voermans- en als fokpaard. [JG 1a, 1b; A 4, 2a; L 11, 11; L 20, 2a; L A1, 92; S 27; Wi 4; monogr.] I-9