| 24313 |
engerling, larve van de meikever |
engerling:
afwijkend van Veldeke ?
engerling (Q113p Heerlen)
|
engerling, larve van de meikever die aan gras- en plantenwortels vreet [N 26 (1964)]
III-4-2
|
| 20333 |
enig kind |
enigst kind:
innichskīnk (Q113p Heerlen)
|
een enig kind; een kind dat geen broers of zusters heeft [koekoek, koekoeksjong] [N 87 (1981)]
III-2-2
|
| 17775 |
enkel |
enkel:
inkel (Q113p Heerlen, ...
Q113p Heerlen,
Q113p Heerlen,
Q113p Heerlen)
|
enkel [DC 01 (1931)], [SGV (1914)]
III-1-1
|
| 30774 |
enkeldik, dubbeldik vensterglas |
dobbeldik glas:
dubǝldek ˲glās (Q113p Heerlen),
enkeldik glas:
eŋkǝldek glas (Q113p Heerlen)
|
In dit lemma zijn de benamingen voor de dikten van de verschillende soorten vensterglas bijeen geplaatst. Zie ook de toelichting bij het lemma 'Vensterglas'. [N 67, 89c]
II-9
|
| 32625 |
enkele kunstmestsoorten |
thomasslakken:
tǫmǝsšlakǝ (Q113p Heerlen)
|
In dit lemma is een aantal (verzamel)termen voor moderne kunstmestsoorten bijeengezet. De opsomming is verre van volledig, omdat naar het gebruik en de uitspraak van evt. regionale en algemene benamingen voor de verschillende kunstmeststoffen niet overal, noch genoegzaam werd geïnformeerd. [N 11A, 62b; N 11, 27 add.; N P, 8 + 9 add.; div.; monogr.]
I-1
|
| 33605 |
enten |
griffelen:
grefələ (Q113p Heerlen),
griffele (Q113p Heerlen),
griffelə (Q113p Heerlen),
oculeren:
okkelere (Q113p Heerlen)
|
[RND 08] [SGV (1914)]
I-7
|
| 34047 |
enter |
eenwinter:
ēwentǝr (Q113p Heerlen),
enter:
ɛntǝr (Q113p Heerlen)
|
Rund dat één jaar oud is. [N C, 9d; monogr.; add. uit N 3A, 15 en 20]
I-11
|
| 21204 |
envelop |
brieventas:
breevətèsj (Q113p Heerlen),
envelop (<fr.):
ènvəlòp (Q113p Heerlen)
|
de omslag voor brieven [enveloppe, brievenzak, zakje] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
| 19013 |
er heet aan toegaan |
spannen:
sjpànnə (Q113p Heerlen)
|
er heet aan toegaan, er heftig aan toegaan [spannen] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
| 27865 |
er wordt geschoten |
(het) brandt:
ǝt brɛnt (Q113p Heerlen
[(Emma)]
[Domaniale, Wilhelmina]),
vuur:
vȳr (Q113p Heerlen
[(Oranje-Nassau I-IV)]
[Eisden])
|
Waarschuwende uitroep vóór het ontsteken van een schietlading. [N 95, 425; monogr.]
II-5
|