e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q113p plaats=Heerlen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
kruid (alg.) kruid: kroet (Heerlen) kruid III-4-3
kruiden, specerijen kruiden: WBD/WLD  krūūjə (Heerlen) De kruiden die bij de bereiding bij groente of vlees gevoegd worden om de smaak van het gerecht te verbeteren, in het algemeen (kruid, toekruid, specerij). [N 82 (1981)] III-2-3
kruidenier winkelier: winkəleer (Heerlen) een winkelier, kleine handelaar in koffie, thee, rijst, meel, zout, zeep, gedroogde vruchten, specerijen enz. [kruidenier, epicier, komenij] [N 89 (1982)] III-3-1
kruidenjenever els: êêls (Heerlen) kruidenjenever; Hoe noemt U: Jenever met kruiden (pop) [N 80 (1980)] III-2-3
kruidje-roer-me-niet kruidje-roer-mich-niet: mv.: krutje-reur-mich-neeta  krutje-reur-mich-neet (Heerlen), WBD/WLD  krŭŭtjə-reur-mich-neet (Heerlen) Kruidje-roer-me-niet (Mimosa pudica L.) [N 92 (1982)] III-2-1
kruidnagel groffelsnagel: gròffelsnagel (Heerlen), Verklw. gróffelsneëlke  gróffelsnaal (Heerlen) kruidnagel [SGV (1914)] III-2-3
kruidwijding kruidwijden: Kroetwien (Heerlen) O.L. Vrouw Kruidwijding [SGV (1914)] III-3-3
kruidwis kruidwis: kroet wösj (Heerlen), kroetwisj (Heerlen), kroetwusj (Heerlen, ... ), kroetwösj (Heerlen, ... ), krōēdwüsj (Heerlen), krōētwusj (Heerlen), In inne echte kroetwusch motte vüral zieë:  kroetwusch (Heerlen), NB kroetwieh: kruidenwijding op 15 Aug. O.L.Vrouwendag.  kroetwisj (Heerlen) Bosje kruiden ter wijding, bestaande uit wilde kamillen, donderkruid enz. || Hoe heeten de kruiden, die gezegend worden? [SGV (1914)] || kruidwis [N 06 (1960)] III-3-2, III-3-3, III-4-3
kruidwis wijden {ja}: ja, bestaat nog  / (Heerlen) Bestaat (bestond?) het gebruik op die dag een kruidwis te wijden? [ZND 17 (1935)] III-3-2
kruien schurgen: šørǝgǝ (Heerlen) Een last met de kruiwagen vervoeren. [N 18, 100 add; Wi 33; S 19; L 29, 4; L 1a-m; RND 97; A 42, 13 add + 16 add; monogr.] I-13