21585 |
mevrouw |
madam (<fr.):
màddàm (Q113p Heerlen),
mevrouw:
məvròw (Q113p Heerlen),
vrouw:
vròw.... (achternaam) (Q113p Heerlen)
|
hoe spreekt u een getrouwde vrouw aan? [mevrouw, madam] [N 87 (1981)]
III-3-1
|
20123 |
miauwen |
mauwen:
WBD/WLD
mòwwə (Q113p Heerlen),
miauwen:
WBD/WLD
mĭĕòwwə (Q113p Heerlen)
|
Hoe noemt u het gewone stemgeluid van een kat (mauwen, kajauwen, jauwen, lollen, miauwen, janken, rallen) [N 83 (1981)]
III-2-1
|
24901 |
middag (s middags) |
middag:
midich (Q113p Heerlen),
middags:
medièms (Q113p Heerlen)
|
middag [RND]
III-4-4
|
27612 |
middagdienst, late dienst |
(de) middag:
dǝr medex (Q113p Heerlen
[(Emma)]
[Emma]),
dǝr medǝx (Q113p Heerlen
[(Emma)]
[Winterslag, Waterschei]),
middagschicht:
medexšix (Q113p Heerlen
[(Oranje-Nassau I-IV)]
[Oranje-Nassau II, Emma, Hendrik]),
middenschicht:
medǝšix (Q113p Heerlen
[(Emma)]
[Domaniale])
|
De werktijd van ''s middags 2 uur tot ''s avonds 10uur. Volgens Defoin (pag. 209) wordt de namiddagdienst in de pijlers waar de kolenwinning tijdens de morgendienst geschiedt, besteed aan het verplaatsen van de installaties en de nachtdienst aan de dakbreuk. In die waar de kolenwinning tijdens de namiddagdienst geschiedt, verricht men de verplaatsing van de installaties in de nachtdienst en de dakbreuk in de volgende morgendienst. Voor de middagdienst had men, volgens de informant van Q 15, een driekantige penning. Zie ook het lemma Controlepenning. [N 95, 117; monogr.; Vwo 509; Vwo 510; Vwo 807]
II-5
|
17838 |
middagdutje |
loeren:
loere (Q113p Heerlen),
middagslaapje:
middichsjlöəpkə (Q113p Heerlen)
|
middagdutje [SGV (1914)] || Slaapje na het middagmaal; middagdutje (noenslaap, middagslaap, dutje, loertje, dutten). [N 84 (1981)]
III-1-2
|
17839 |
middagdutje doen |
duiken:
dŭŭkkə (Q113p Heerlen),
ungeren (ww.):
ungdere (Q113p Heerlen),
ungere (Q113p Heerlen),
ūngərə (Q113p Heerlen),
(moeilijk leesbaar)
eungere (Q113p Heerlen)
|
middagdutje [een ~ doen] [SGV (1914)] || middagdutje doen (dutten). [N 84 (1981)] || sluimeren [drooze, knikkebolle] [N 10 (1961)]
III-1-2
|
20573 |
middagmaal |
eten:
ɛtə (Q113p Heerlen),
middag, de -:
middig (Q113p Heerlen, ...
Q113p Heerlen,
Q113p Heerlen,
Q113p Heerlen),
middageten:
middaagaete (Q113p Heerlen),
middigeëte (Q113p Heerlen),
middigèëte (Q113p Heerlen),
noen, de -:
noon (Q113p Heerlen),
noͅn (Q113p Heerlen),
warm eten:
werm eëte (Q113p Heerlen)
|
diner || maaltijden; Hoe noemt U: Namen voor de verschillende maaltijden, afhankelijk van de tijd van de dag, eventueel van het jaar [N 80 (1980)] || middageten || namen en uren van de dagelijkse maaltijden: 12 uur [ZND 18G (1935)] || namen en uren van de dagelijkse maaltijden: 12 uur 30 [ZND 18G (1935)] || namen en uren van de dagelijkse maaltijden: middag [ZND 18G (1935)]
III-2-3
|
22478 |
middelste kegel |
koning:
ky(3)̄əneŋ (Q113p Heerlen)
|
De middelste kegel [paap, tulleman, sullepaap, kegeljan, negenman]. [N 88 (1982)]
III-3-2
|
17668 |
middelvinger |
middenvinger:
middəvīngər (Q113p Heerlen)
|
Middelvinger: de middelste, langste vinger (middelvinger, langelierboom, langeman). [N 84 (1981)]
III-1-1
|
33785 |
middendeel van het paard |
middenstuk:
medǝštøk (Q113p Heerlen)
|
De middel- of middenhand van het paard, in tegenstelling met ''voorste deel van het paard tot achter de voorbenen'' (3.1.3) en ''achterhand van het paard'' (3.3.14). [JG 1a, 1b; N 8, 12]
I-9
|