e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q113p plaats=Heerlen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
ooievaar ooievaar: oejevaar (Heerlen), ojevaar (Heerlen) ooievaar [SGV (1914)] || ooievaar (102 bij iedereen bekend; nu verdwenen uit Brabant, behalve uit het noord-westen [N 09 (1961)] III-4-1
oom nonk: nonk (Heerlen, ... ), nŏĕngk (Heerlen), neen  nonk (Heerlen, ... ), noonk (Heerlen) oom [SGV (1914)], [ZND 11 (1925)] || oom; Bestaan er verschillende woorden voor een oom van vaders- en van moederskant? [DC 05 (1937)] III-2-2
oor oor: oer (Heerlen, ... ), oeër (Heerlen), u.rə (Heerlen) oor [DC 01 (1931)] || oren [RND] III-1-1
oord? oortje: (uurtje = oordje).  häe hat zie letste uurtje versjnoept (Heerlen) Betekenis en uitspraak van: oord? Graag uitspraak en betekenis. [N 21 (1963)] III-3-1
oordelen oordelen: oerdele (Heerlen), ôerdeel (Heerlen) door redeneren tot een gevolgtrekking komen, oordelen [schikken] [N 85 (1981)] || oordelen III-1-4
oorkernen verwijderen oormosselen uitsteken: urmošǝlǝ ūtštēǝkǝ (Heerlen) Met een scherp gepunt mes wordt het inwendige van het oor uitgesneden. [N 28, 69] II-1
oorknop oorknop: ôerknŏĕp (Heerlen), oorknopje: ôerknŭŭpkə (Heerlen) sieraad min of meer in de vorm van een knop die men aan elk oor draagt [knop, oorknop, dormeuse] [N 86 (1981)] III-1-3
oorlel oorlel: oerlel (Heerlen, ... ), oeërlel (Heerlen) oorlel [DC 01 (1931)] III-1-1
oorlog krijg: kreech (Heerlen) de strijd tusseen twee of meer volken, vorsten of staten [oorlog, krijg] [N 90 (1982)] III-3-1
oorring oorbel: oerbel (Heerlen), ôerbèl (Heerlen), oorring: oerrink (Heerlen) oorbel || oorring || zilveren of gouden ring die in elk van beide oren gedragen wordt [oorbel, bel, slinger] [N 86 (1981)] III-1-3