e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q113p plaats=Heerlen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
oorveeg oorveeg: oorvieg (Heerlen, ... ), ôervīēch (Heerlen) muilpeer, slag op de kaak [SGV (1914)] || Oorveeg: slag om de oren (raps, oorveeg, opneuker, mot, blamot, appelvlink, sabelets, pees, lap, draai, laps, klap, lek, konkel, fleer, hababbel). [N 84 (1981)] III-1-2
oorworm kakkerlak: kakkerlak (Heerlen) oorworm (firficula auricularia) [DC 18 (1950)] III-4-2
oostindische kers kappertje: WBD/WLD  kèppərkəs (Heerlen, ... ) [N 92 (1982)]Oostindische kers (tropaeolum majus nana). De bladeren zijn roodachtig met 5 zeer stompe hoeken, ze zijn iets grijsgroen. De kelk is geel. De kroonbladeren zijn oranje tot lichtgeel, aan hun voet met franje. De onrijpe vruchten worden in azijn ingemaakt, [N 92 (1982)] I-7, III-2-1
op bedevaart gaan bidweg doen: bidwéég dôôn (Heerlen), een bedevaart doen: ing beevaart doa (Heerlen), een bedeweg maken: inne béëweg make (Heerlen), een bidweg doen: ⁄ne bidweg doëē (Heerlen), op bedevaart gaan: op bedevaart gôô (Heerlen), {z. toel.}: Men noemt t doel: lèènhof, H. Gerardus i Wittens Kaevelear.  zie toelichting (Heerlen) Bedevaart doen [ne gank doon]. [N 06 (1960)] III-3-3
op de juiste temperatuur genoeg gewarmd: gǝnōx gǝwɛrmt (Heerlen) Gezegd van gerezen deeg. Het vocht in het deeg is de warmtebron. Door het vocht te verwarmen brengt men het deeg op de juiste temperatuur. De goede temperatuur is van groot belang voor de kwaliteit van het produkt. Te warme degen zullen droog brood geven, dat spoedig kruimelig wordt, terwijl te koude degen een brood opleveren dat klein van stuk en wreed van scheuring is (Schoep blz. 95). Volgens de informanten van K 359, L 270, en Q 121e was eertijds het bepalen van de juiste temperatuur een kwestie van aanvoelen of voelen met de handen. De goede temperatuur zou volgens de informant van L 269a zijn ¬± 28¬∞C. In dit lemma komen verschillende grammaticale categorieën voor. [N 29, 28b; monogr.] II-1
op de loop gaan op loop gaan: óp leup gaoə (Heerlen), vluchten: vluchtə (Heerlen), zich uit de voeten maken: zich oet de veut make (Heerlen) op de loop gaan [SGV (1914)] || vluchten: Op de loop gaan (biezen, vluchten, vlieden). [N 84 (1981)] III-1-2
op de markt verkopen naar de markt gaan: doa mit noa der maat goa (Heerlen), mit waar noa g’ne maat goa (Heerlen), op de markt verkopen: ps. letterlijk overgenomen (dus niet(s) omgespeld!).  ŏppene maat verkope (Heerlen) verkopen, goederen op de markt gaan ~ [N 21 (1963)] III-3-1
op de schouder zitten op de krommejak zitten: op der kroamejak zitte (Heerlen) rug: bovendeel van de rug [mars, hot] [N 10 (1961)] III-1-2
op de tenen lopen op de tenen lopen: ôp de tieëne loope (Heerlen) lopen: op zijn tenen lopen [op zn vurvoete] [N 10 (1961)] III-1-2
op de vingers fluiten op de vingers fluiten: oͅp də veŋərə fl"tə (Heerlen) Op de vingers fluiten [schuffelen]. [N 90 (1982)] III-3-2