e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q113p plaats=Heerlen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
terugvliegen terugslaan: tǝrykšloǝ (Heerlen) Terugvliegen of terugslaan naar de korf, gezegd van de zwermende bijen. Dit doen de bijen, als blijkt dat de moer niet meegevlogen is. [N 63, 31c] II-6
tetanus bloedvergiftiging: bloodvergiftiging (Heerlen) Als in een wondje straatvuil komt, kan er een infectieziekte ontstaan. De wetenschappelijke naam van die ziekte is Tetanus. Hoe noemt men die ziekte in uw dialect? [DC 60 (1985)] III-1-2
tetveulen zuigveulen: zȳx˲vȳǝlǝ (Heerlen) Veulen dat nog gezoogd wordt. Een tetveulen is ouder dan een zuigeling en kan verkocht worden. [JG 1a, 1b; N 8, 2] I-9
tevreden; tevredenheid aard: áárt (Heerlen), content: contènt (Heerlen), kontent (Heerlen), plezier: pləzeer (Heerlen), tevreden: tevreie (Heerlen) tevreden || tevredenheid, genoegen [trek, plezier, goesting, snoel] [N 85 (1981)] || vergenoegd, blijmoedig, tevreden III-1-4
thee thee: tieë (Heerlen) thee III-2-3
theelepeltje suikerlepeltje: soekerläepelke (Heerlen), soekerlèpelke (Heerlen), theelepeltje: thieëléëpelke (Heerlen), thiëläepelke (Heerlen) lepel, metalen ~; inventarisatie benamingen; betekenis/uitspraak [N 20 (zj)] || theelepeltje (suikerlippelke) [N 20 (zj)] III-2-1
theepot theeketel: ketel met tuit om water te koken  thieëkéētel (Heerlen), theepot: theepot (Heerlen), thieēpot (Heerlen), thiepot (Heerlen), thieëpot (Heerlen) pot waarin thee wordt gezet [N 20 (zj)] || pot, metalen ~; inventarisatie benamingen (tutpot, pappot, trekpot, braajpot); betekenis/uitspraak [N 20 (zj)] III-2-1
theezakje theebuiltje: tieëbülke (Heerlen), theezakje: tieëzeksjke (Heerlen) theezakje III-2-3
theezeefje theezeef: theè zeev (Heerlen) zeef; inventarisatie soorten en gebruiksmogelijkheden; betekenis/uitspraak [N 20 (zj)] III-2-1
thuis heem: heem (Heerlen, ... ), thuis: toes (Heerlen) thuis [SGV (1914)] III-2-1