e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q113p plaats=Heerlen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
vergeten vergeten: vergeëte (Heerlen) vergeten III-1-4
vergiet vergiet: vərgiet (Heerlen), zeef: zeef (Heerlen), zij: Verklw. zeike  zei (Heerlen), zijschotel: zeejsjottel (Heerlen, ... ), zi-jsjottel (Heerlen), Verklw. zeisjuttelke  zeisjóttel (Heerlen) vergiet || Vergiet. Hoe noemt men de van gaten voorziene schotel (gemaakt van aardewerk, email of blik), die wordt gebruikt om b.v. gewassen groente te laten uitdruipen? [DC 14 (1946)] || vergiettest || zeef in het algemeen [N 20 (zj)] || zijgschotel III-2-1
vergiftigen vergiftigen: vərgiftigə (Heerlen) Vergiftigen: door vergif doden (vergeven, vergiftigen). [N 84 (1981)] III-1-2
vergoeden vergoeden: vergeuje (Heerlen) vergoeden [SGV (1914)] III-3-1
vergulden verguldselen: vǝrgølsǝlǝ (Heerlen) Het bedekken van een oppervlak met een goudlaagje uit bladgoud of goudpoeder. [N 67, 81a] II-9
vergulden achter glas verguldselen achter glas: vǝrgølsǝlǝ axtǝr glas (Heerlen) Met behulp van een goudlaagje aan de achterzijde van een glasruit een versiering aanbrengen. Daartoe wordt eerst met behulp van pauswerk de afbeelding op de niet te vergulden buitenzijde van de ruit opgebracht. Vervolgens wordt de omtrek van het doorgestuifde aan de binnenkant met een fijn biesje zwarte verf nagetrokken. Als kleefstof voor het bladgoud wordt blanke gelatine of vislijm gebruikt. Nadat het verguldsel is bevestigd, wordt er als bescherming tegen beschadigingen een verflaag over aangebracht. [N 67, 81c] II-9
vergulden, verzilveren verguldselen: vǝrgølsǝlǝ (Heerlen), verzilveren: vǝrzelvǝrǝ (Heerlen) Schilderen met goud- of zilverbrons. [N 67, 66g; monogr.] II-9
verguldkussen goudkussen: gōtkøsǝ (Heerlen) Kussen dat men bij het vergulden gebruikt. Het bestaat doorgaans uit een rechthoekig plankje dat met kalfsleer is overtrokken en is opgevuld met paardehaar. Aan de achterzijde is een perkamenten kap aangebracht, die in opgevouwen toestand het kussen tegen vuilworden beschermt, en die, opgezet, verhindert, dat de blaadjes bladgoud, die op het kussen worden gesneden, wegwaaien. [N 67, 55b] II-9
verhaal geschichte (du.): gesjiechte (Heerlen), vertelseltje: vərtelsəlkə (Heerlen) verhaal; aan wie heeft hij dat nieuwe - verteld [DC 03 (1934)] III-3-1
verharde weg helle weg: hèlləwèch (Heerlen) een verharde weg (klinkerd, kunstweg, kalsij, kalseide) [N 90 (1982)] III-3-1