e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q113p plaats=Heerlen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
wagenvervoer met lieren liervervoer: līrvǝrvø̄r (Heerlen  [(Emma)]   [Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]), wagenvervoer met haspels: wāgǝvǝrvø̄r met haspǝls (Heerlen  [(Oranje-Nassau I-IV)]   [Maurits]) Het verplaatsen van mijnwagens over korte afstand door middel van lieren. [N 95, 703] II-5
wagenvervoer met slepers schleppervervoer: šlɛpǝrvǝrvø̄r (Heerlen  [(Emma)]   [Eisden]), wagenvervoer met schleppers: wāgǝvǝrvø̄r met šlępǝrs (Heerlen  [(Oranje-Nassau I-IV)]   [Maurits]) Het verplaatsen van mijnwagens met behulp van slepers. [N 95, 704] II-5
waggelen strampelen: schtrampele (Heerlen), strompelen: strompele (Heerlen), waggelen: waggele (Heerlen) lopen: onvast, wankelend lopen [stroemele, striemele, strampele] [N 10 (1961)] || slingerend lopen [N 38 (1971)] III-1-2
wagon wagon (<eng.): wàgóng (Heerlen) een spoorwagen [wagon, cabine] [N 90 (1982)] III-3-1
wakker wakker: wákkər (Heerlen) Wakker: niet slapend (wakker, snuig). [N 84 (1981)] III-1-2
waldhoorn toethoorn: toethoaere (Heerlen) Hoorn in de vorm van een trompet van een gerolde schil van wilgenhout welke de jongelingen op de 1e meinacht gebruiken om de meilieven een serenade te brengen. III-3-2
walm kwalm: kwálm (Heerlen), walm: wálm (Heerlen) dikke vettige damp of rook (walm, kwalm, blaak, zwalm, galm) [N 90 (1982)] III-2-1
walnoot walnoot: walnoet (Heerlen) Hoe noemt men de vrucht van de walnoot of okkernoot (Juglans regia L.)? [DC 17 (1949)] III-2-3
wambuis bloes: Zie ook hemme, humme.  bloes (Heerlen), hemd: Zie ook bloes, hemme.  humme (Heerlen), Zie ook bloes, humme.  hemme (Heerlen) 2. wambuis III-1-3
wan kafmandel: kāfmaŋǝl (Heerlen), wan: wan (Heerlen) De platte, aan één zijde iets uitgeholde, doorgaans van stro gevlochten korf met twee oren die men gebruikte voor het wannen met natuurlijke wind. Zie afbeelding 13. [N 14, 38a; JG 1a, 1b, 2c; R 3, 64; monogr.; add. uit N 14, 37] I-4