e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q113p plaats=Heerlen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
waskom waskomp: wɛškomp (Heerlen) kom [SGV (1914)] III-2-1
waslokaal waskouw: wɛškǫw (Heerlen  [(Emma / Oranje-Nassau I-IV)]   [Oranje-Nassau II, Emma, Hendrik]) Ruimte waarin de mijnwerker dagelijks na gedane arbeid zich waste of waarin men elkaar de rug waste. Zie ook het lemma Onder De Douche Staan. [N 95, 8; monogr.; N 95, 71] II-5
wasmand wasmandel: wɛšmaŋǝl (Heerlen) In het algemeen een van twee oren voorziene, ronde of ovale mand voor wasgoed. De wasmand was vaak van witte wissen gemaakt. Zie ook afb. 286. [N 20, 50; N 40, 95; N 40, 106; N 40, 107; N 40, 108; N 20, 48 add.; monogr.] II-12
waspers waspers: waspēš (Heerlen) Apparaat om de was vast te drukken. De te smelten wasbrokken worden in koperen ketels gekookt. Als de was vloeibaar is, wordt het geheel in een zak gegoten en in de waspers gebracht. Men perst langzaam en krachtig. Onder de waspers wordt een houten vaatje geplaatst om de was op te vangen. [N 63, 129c; monogr.] II-6
wasserij wasserij: wɛšǝri (Heerlen  [(Oranje-Nassau I-IV)]   [Emma, Hendrik, Wilhelmina]), wɛšǝrij (Heerlen  [(Emma)]   [Domaniale]) Plaats waar de kolen gewassen worden. Het wasproces heeft tot doel de stenen van de kolen te scheiden. [N 95, 13; Vwo 472; Vwo 851; Vwo 852; monogr.] II-5
wastafel, wasbak wasbak: wɛš˂bak (Heerlen) wastafel III-2-1
wastobbe, wasteil teil: teil (Heerlen, ... ), wasbuut: weschbut (Heerlen), zinken buut: zinke buut (Heerlen) teil, in de betekenis van zinken tobbe die ovaal van vorm is en twee handvatten heeft; betekenis/uitspraak [N 20 (zj)] III-2-1
waterbeits waterbeits: wātǝrbęjts (Heerlen) Waterige kleurstof voor hout die gedeeltelijk in de houtvezels trekt. [N 67, 25a; monogr.] II-9
waterdichte laars waterstevel: waterschtieëvel (Heerlen) laars, lange waterdichte ~ waarvan de schacht tot aan de lies reikt [watersjtievel, lieslaars] [N 24 (1964)] III-1-3
waterdoorbraak waterbrok: wātǝrbrux (Heerlen  [(Emma / Oranje-Nassau I-IV)]   [Domaniale]) Doorbraak van water in bijvoorbeeld een mijngang. [N 95, 893; monogr.] II-5