19752 |
waskom |
waskomp:
wɛškomp (Q113p Heerlen)
|
kom [SGV (1914)]
III-2-1
|
25487 |
waslokaal |
waskouw:
wɛškǫw (Q113p Heerlen
[(Emma / Oranje-Nassau I-IV)]
[Oranje-Nassau II, Emma, Hendrik])
|
Ruimte waarin de mijnwerker dagelijks na gedane arbeid zich waste of waarin men elkaar de rug waste. Zie ook het lemma Onder De Douche Staan. [N 95, 8; monogr.; N 95, 71]
II-5
|
32545 |
wasmand |
wasmandel:
wɛšmaŋǝl (Q113p Heerlen)
|
In het algemeen een van twee oren voorziene, ronde of ovale mand voor wasgoed. De wasmand was vaak van witte wissen gemaakt. Zie ook afb. 286. [N 20, 50; N 40, 95; N 40, 106; N 40, 107; N 40, 108; N 20, 48 add.; monogr.]
II-12
|
28690 |
waspers |
waspers:
waspēš (Q113p Heerlen)
|
Apparaat om de was vast te drukken. De te smelten wasbrokken worden in koperen ketels gekookt. Als de was vloeibaar is, wordt het geheel in een zak gegoten en in de waspers gebracht. Men perst langzaam en krachtig. Onder de waspers wordt een houten vaatje geplaatst om de was op te vangen. [N 63, 129c; monogr.]
II-6
|
27125 |
wasserij |
wasserij:
wɛšǝri (Q113p Heerlen
[(Oranje-Nassau I-IV)]
[Emma, Hendrik, Wilhelmina]),
wɛšǝrij (Q113p Heerlen
[(Emma)]
[Domaniale])
|
Plaats waar de kolen gewassen worden. Het wasproces heeft tot doel de stenen van de kolen te scheiden. [N 95, 13; Vwo 472; Vwo 851; Vwo 852; monogr.]
II-5
|
19741 |
wastafel, wasbak |
wasbak:
wɛš˂bak (Q113p Heerlen)
|
wastafel
III-2-1
|
19520 |
wastobbe, wasteil |
teil:
teil (Q113p Heerlen, ...
Q113p Heerlen),
wasbuut:
weschbut (Q113p Heerlen),
zinken buut:
zinke buut (Q113p Heerlen)
|
teil, in de betekenis van zinken tobbe die ovaal van vorm is en twee handvatten heeft; betekenis/uitspraak [N 20 (zj)]
III-2-1
|
30617 |
waterbeits |
waterbeits:
wātǝrbęjts (Q113p Heerlen)
|
Waterige kleurstof voor hout die gedeeltelijk in de houtvezels trekt. [N 67, 25a; monogr.]
II-9
|
18302 |
waterdichte laars |
waterstevel:
waterschtieëvel (Q113p Heerlen)
|
laars, lange waterdichte ~ waarvan de schacht tot aan de lies reikt [watersjtievel, lieslaars] [N 24 (1964)]
III-1-3
|
28136 |
waterdoorbraak |
waterbrok:
wātǝrbrux (Q113p Heerlen
[(Emma / Oranje-Nassau I-IV)]
[Domaniale])
|
Doorbraak van water in bijvoorbeeld een mijngang. [N 95, 893; monogr.]
II-5
|