28217 |
dynamo |
dynamo:
dinamo (Q113p Heerlen
[(Oranje-Nassau I-IV)]
[Winterslag, Waterschei]),
dynamo (Q113p Heerlen
[(Emma)]
[Laura, Julia])
|
De kleine dynamo die gekoppeld is aan een door perslucht aangedreven turbine en de benodigde elektrische stroom levert voor de persluchtlamp. [N 95, 259]
II-5
|
18405 |
eau de cologne |
slagwater:
sjlááchwáátər (Q113p Heerlen)
|
reukwater, eau de cologne [lodderijn] [N 86 (1981)]
III-1-3
|
24957 |
eb, laagtij |
laag water:
lîech wáátər (Q113p Heerlen)
|
eb, teruggaan van het water van de zee en de toestand van laag water [N 81 (1980)]
III-4-4
|
25024 |
echo |
echo:
èchoo (Q113p Heerlen),
nagalm:
nòəgálm (Q113p Heerlen)
|
een naklinkend geluid [halm, nagalm, echo] [N 91 (1982)]
III-4-4
|
33297 |
echte koekoeksbloem |
koekoeksbloem:
kukuksblōm (Q113p Heerlen)
|
Lychnis flos-cuculi L. Een algemeen voorkomende plant in graslanden met rechtopstaande stengel en roze-rode bloemen met gespleten kroonbladeren. De plant bloeit van mei tot september en komt ook wel gekweekt voor. De hoogte varieert van 30 tot 90 cm. [A 17, 2; A 49B, 2; monogr.]
I-5
|
20394 |
echtgenoot |
man:
d’r man (Q113p Heerlen, ...
Q113p Heerlen),
man (Q113p Heerlen, ...
Q113p Heerlen),
mán (Q113p Heerlen),
miene maan
maan (Q113p Heerlen),
mens:
mĭĕnsj (Q113p Heerlen)
|
(man. ) Bestaat er een woord voor man in de beteekenis van echtgenoot? [DC 05 (1937)] || [haar ~ en haar kinderen] [SGV (1914)] || de man met wie men getrouwd is [man, mens, baas] [N 87 (1981)] || echtgenoot || ega || gemaal
III-2-2
|
20391 |
echtgenote |
vrouw:
de vrouw (Q113p Heerlen, ...
Q113p Heerlen,
Q113p Heerlen),
vròw (Q113p Heerlen),
mieng vrouw
vrouw (Q113p Heerlen)
|
(vrouw; ) bestaat er een afzonderlijk woord voor vrouw in de beteekenis van echtgenoote? [DC 05 (1937)] || de vrouw met wie men getrouwd is [wijf, vrouw] [N 87 (1981)] || echtgenote || ega || gemalin
III-2-2
|
21313 |
eed |
eed:
eid (Q113p Heerlen)
|
eed [SGV (1914)]
III-3-1
|
24436 |
eekhoorn |
eekhoorntje:
eekheurke (Q113p Heerlen),
dim.
eejkhurke (Q113p Heerlen),
eek(h)örke (Q113p Heerlen),
uit: eekhörke
eekörke (Q113p Heerlen),
eekkatsje:
eekketske (Q113p Heerlen)
|
eekhoorn [DC 07 (1939)], [SGV (1914)] || eekhorentje [SGV (1914)]
III-4-2
|
18116 |
eelt, eeltknobbel |
eelt:
eelt (Q113p Heerlen, ...
Q113p Heerlen),
eeltknobbel:
eeltknoebel (Q113p Heerlen),
kwert:
kwät (Q113p Heerlen)
|
eelt, eeltknobbel [SGV (1914)] || eelt, eeltknobbel [zweel, zweil, weer, jelt] [N 10a (1961)]
III-1-2
|