18954 |
goedzak |
bluts:
blutsch (Q113p Heerlen),
goede bluts:
gouw blutsj (Q113p Heerlen),
goede kloot:
gówwə-klôet (Q113p Heerlen),
goedsok:
gów-zök (Q113p Heerlen),
zebedeus:
Zebedeüs
Siebedejus (Q113p Heerlen)
|
een persoon die altijd goed handelt en goed is voor andere mensen [goedzak, godsblok] [N 85 (1981)] || goedzak [SGV (1914)] || goeierd
III-1-4
|
24958 |
golf |
golf:
gólf (Q113p Heerlen)
|
golf, bolle verheffing op de waterspiegel, meestal veroorzaakt door de wind [baar, zwolp] [N 81 (1980)]
III-4-4
|
24959 |
golven ww. |
golven:
gólvə (Q113p Heerlen)
|
golven (ww), rijzen en dalen van water [gurzelen] [N 81 (1980)]
III-4-4
|
24538 |
gom |
boomsap:
WBD/WLD
boomzàf (Q113p Heerlen),
gom:
goem (Q113p Heerlen)
|
De kleverige, doorschijnende vloeistof die uit spleten of insnijdingen in sommige bomen vloeit en in de lucht hard word; deze stof is i.t.t. hars niet oplosbaar in alcohol of ether gom, plek). [N 82 (1981)] || gom
III-4-3
|
20552 |
gombal |
gombal:
vlak streepje op de a extra
gómbàl (Q113p Heerlen)
|
siepke; Hoe noemt U: Een balletje van gesuikerde arabisch gom (siepke) [N 80 (1980)]
III-2-3
|
17903 |
gooien |
gooien:
gooie (Q113p Heerlen),
smijten:
schmiete (Q113p Heerlen),
werpen:
werpe (Q113p Heerlen, ...
Q113p Heerlen),
afwijkend van Veldeke
werpe (Q113p Heerlen)
|
gooien [goesje] [N 38 (1971)] || gooien; inventarisatie uitdrukkingen; betekenis/uitspraak [N 26 (1964)] || werpen [SGV (1914)]
III-1-2
|
19570 |
gootsteen |
pompensteen:
pompesjtee (Q113p Heerlen),
spoelsteen:
sjpeulstee (Q113p Heerlen)
|
afwasbak [N 07 (1961)] || gootsteen
III-2-1
|
20544 |
gort |
meel:
mééəl (Q113p Heerlen)
|
gort; Hoe noemt U: Graan dat op de molen verbrijzeld is, grutten (gort, grut, smoel) [N 80 (1980)]
III-2-3
|
30581 |
goudbrons |
goudbrons:
gōt˱brons (Q113p Heerlen)
|
Goudkleurig verfpoeder. [N 67, 10a; monogr.]
II-9
|
21627 |
gouden twintig frank |
gouden twintig frank:
gouden 20 frs. (Q113p Heerlen),
napoleon:
napoleon (Q113p Heerlen),
ne napoleon (Q113p Heerlen),
(= 20 fr.).
Napòleon (Q113p Heerlen),
twintig-frankstuk:
ps. boven de n moet nog een ~ staan; deze combinatieletter is niet te maken (om te spellen).
twintigfran~gsjtuk (Q113p Heerlen)
|
Betekenis en uitspraak van: napoleon? Uitspraak en betekenis. [N 21 (1963)] || gouden munt van 20 franc [N 21 (1963)]
III-3-1
|