33613 |
in de moestuin werken |
gardenieren:
gardeneere (Q113p Heerlen),
in de gaarde werken:
in der gaad wirke (Q113p Heerlen)
|
[N P (1966)]
I-7
|
28477 |
in de pap liggen |
in de melk staan:
en dǝ melk štǭn (Q113p Heerlen)
|
Eitjes en larven worden door de werkbijen in een pap van stuifmeel, honing en water gelegd. Hierin gedijen ze zeer snel. Men zegt dan "de larven liggen in de pap, in de melk". De cellen zijn dan nog niet verzegeld. [N 63, 22c]
II-6
|
30623 |
in de rot zetten |
rotten:
rotǝ (Q113p Heerlen)
|
Pasgemaakte loodwitverf enige maanden laten staan. Wanneer loodwit met lijnolie tot een dik deeg wordt aangemengd, heeft er een verzepingsproces plaats, waardoor de verf fijner van korrel wordt en een dekkender verflaag oplevert. Dit gaat met een kleine temperatuursverhoging gepaard en is na een paar maanden geëindigd (Zwiers II, pag. 303). [N 67, 27a]
II-9
|
22515 |
in de rug slaan (met de vuist) [cf. wld iii, 1.2] |
beuken:
būəkə (Q113p Heerlen)
|
Een slag met de vuist op iemands rug [druts, does, dof]. [N 88 (1982)]
III-3-2
|
20684 |
in de schil gekookte aardappelen |
zwelmannetjes:
schwelmenkes (Q113p Heerlen, ...
Q113p Heerlen),
sjwelmenke (Q113p Heerlen),
Eigen syst.
sjwelmenkes (Q113p Heerlen)
|
In de schil gekookte aardappelen (zwelmennekes?) [N 16 (1962)] || krielaardappelen
III-2-3
|
30157 |
in groefleger liggen |
op laag leggen:
op lǭx lɛgǝ (Q113p Heerlen)
|
Gezegd van natuursteen die volgens de stand waarin hij in de groeve werd aangetroffen is gemetseld. Metselwerk dat op deze wijze was uitgevoerd, werd in K 353 'bruut metselwerk' ('brøt m'tsǝlw'rǝk') genoemd. [N 31, 31e]
II-9
|
18227 |
in lompen gekleed |
hoddelig:
hóddəlich (Q113p Heerlen),
lommelig:
lōēməlich (Q113p Heerlen),
schamel:
sjááməl (Q113p Heerlen),
slodderig:
sjlóddərich (Q113p Heerlen)
|
in lompen gekleed [haveloos, schabullig, schamel] [N 86 (1981)]
III-1-3
|
20383 |
in ondertrouw gaan |
aangeven:
áágêêvə (Q113p Heerlen),
aanschrijven:
áásjrīēvə (Q113p Heerlen)
|
aangifte doen bij de ambtenaar van de burgerlijke stand, waarbij de aanstaande echtgenoten elkaar verklaren dat zij met elkaar een huwelijk willen aangaan; in ondertrouw gaan [verscholen, ondertrouwen, ondertrouw doen, aantekenen] [N 87 (1981)]
III-2-2
|
20252 |
in verwachting zijn |
groot gaan:
grôet gòə (Q113p Heerlen)
|
Zwanger zijn: een kind dragen, zwanger zijn (staan, met een dik lijf lopen, inkopen, groot gaan, geladen). [N 84 (1981)]
III-2-2
|
21856 |
in voorraad |
in voorraad:
i-vûûrròət (Q113p Heerlen)
|
in voorraad zijn [staan, voorradig zijn] [N 89 (1982)]
III-3-1
|