20814 |
ontbijtkoek, peperkoek |
peperkoek:
pèperkook (Q113p Heerlen),
Verklw. peëperkeuksjke
peëperkook (Q113p Heerlen, ...
Q113p Heerlen)
|
kruidkoek || ontbijtkoek || peperkoek [N 29 (1967)]
III-2-3
|
27533 |
ontgroening voor ondergrondse mijnwerkers |
kuilstamp:
kulštamp (Q113p Heerlen
[(Oranje-Nassau I-IV)]
[Laura, Julia]),
kulštámp (Q113p Heerlen
[(Emma)]
[Maurits, Emma])
|
Gebruik om nieuwe mijnwerkers een panschop tegen het, eventueel blote, achterwerk te houden waartegen dan met een voorhamer werdgeslagen. Volgens de invuller uit Q 121c was het op de Domaniale mijn gebruikelijk om dit bovengronds te doen en wel in het gebouw waar de jonge mijnwerkers mijnwagens schoon moesten maken. De invuller uit Q 112a heeft het gebruik nog gekend tot ongeveer 1960. Het werd toegepast bij nieuwe leden van de Bovon, de beambtenontspanningsvereniging van de Oranje-Nassau III. [N 95 A, 9; monogr.]
II-5
|
28073 |
ontkoold |
deruit:
drūt (Q113p Heerlen
[(Emma / Oranje-Nassau I-IV)]
[Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV])
|
Gezegd van een pijler waar alle steenkool uit is verwijderd. In dit lemma zijn alleen de termen voor "ontkoold" opgegeven. Voor de benamingen voor "pijler" zie men het lemma Pijler. [N 95, 532; monogr.]
II-5
|
17706 |
ontlasting hebben |
afgaan:
aafgoa (Q113p Heerlen),
kakken:
kakke (Q113p Heerlen),
mest maken:
Boers, plat.
mes maake (Q113p Heerlen),
poepen:
poepe motte (Q113p Heerlen),
schijten:
schiete motte (Q113p Heerlen)
|
ontlasting hebben [afgon, leutere, driete, zijn gevoeg doen] [N 10c (1961)]
III-1-1
|
29024 |
ontnaaid |
los:
los (Q113p Heerlen)
|
Losgelaten, gezegd van een naad. [N 62, 28]
II-7
|
27590 |
ontslag |
ontslag:
ontšlāx (Q113p Heerlen
[(Emma)]
[Laura, Julia])
|
Het ontslaan uit de dienst, al of niet gedwongen. Zie ook de lemmata Ontslag Krijgen en Ontslag Nemen. [N 95, 998; N 95, 999]
II-5
|
27591 |
ontslag krijgen |
de püs krijgen:
dǝr pys krīgǝ (Q113p Heerlen
[(Oranje-Nassau I-IV)]
[Domaniale]),
gekundigd werden:
gǝkøndext wēǝdǝ (Q113p Heerlen
[(Emma)]
[Laura, Julia]),
ontslagen werden:
ontšlāgǝ weǝdǝ (Q113p Heerlen
[(Oranje-Nassau I-IV)]
[Eisden])
|
De dienst opgezegd krijgen. In "zijn boek krijgen" wordt met boek het werkboekje bedoeld dat men terugkrijgt als men ergens niet meer werkt (Vanwonterghem pag. 69). Püs in de "de püs krijgen" is een strozak in het bed of een armoedig bed (RhWB VI pag. 1227 s.v. "Püs"). Het woord wordt in deze uitdrukking overdrachtelijk gebruikt. [N 95, 999; N 95, 998; monogr.]
II-5
|
27271 |
ontslag nemen |
(zijn) ontslag nemen:
ontšlāx nømǝ (Q113p Heerlen
[(Emma)]
[Maurits]),
zin ontšlāx neǝmǝ (Q113p Heerlen
[(Oranje-Nassau I-IV)]
[Maurits]),
kundigen:
køndǝgǝ (Q113p Heerlen
[(Emma)]
[Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]),
uit zichzelf gaan:
ūt zexzɛlf gǭǝ (Q113p Heerlen
[(Oranje-Nassau I-IV)]
[Domaniale])
|
Als arbeider zelf ontslag nemen uit de dienst. Men moest een aantal dagen van te voren opzeggen, wilde men zonder loonverlies de werkovereenkomst verbreken. In de Belgische mijnen moest men minstens 14 dagen vooraf het mijnbestuur in kennis stellen van zijn ontslag (Defoin pag. 219). Ook woordtypen als "kundigen" of "(zijn) dagen doen" wijzen op een opzegtermijn. [N 95, 1000; monogr.; Vwo 100; Vwo 147; Vwo 148; Vwo 267; Vwo 268; Vwo 574]
II-5
|
27752 |
ontsluiting |
ontslieting:
ontšlēteŋ (Q113p Heerlen
[(Oranje-Nassau I-IV)]
[Domaniale, Laura, Willem-Sophia, Oranje-Nassau II, Oranje-Nassau III, Emma, Maurits])
|
Een natuurlijke of kunstmatige insnijding of afgraving die toegang verschaft tot de steenkoollagen. [N 95, 167]
II-5
|
33002 |
ontsmettingsmiddel |
kelksel:
kɛlksǝl (Q113p Heerlen)
|
Het middel, de vloeistof die gebruikt wordt bij het ontsmetten van zaaigraan. Zie ook de toelichting bij het vorige lemma. [N M, 24b]
I-4
|