e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Heerlen

Overzicht

Gevonden: 6886

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
aangeven, verklikken aanbrengen: áábrīngə (Heerlen), aangeven: áágêêvə (Heerlen), aanschieten: áásjīētə (Heerlen) een overtreding of misdrijf bekend maken aan de overheid [aangeven, verklikken, verklappen] [N 90 (1982)] || heimelijk een overtreding of misdrijf aangeven [bij de overheid] [klikken, verklikken, paanderdragen, klikspanen] [N 90 (1982)] III-3-1
aanhangkap aanhangkapje: ānhaŋkɛpkǝ (Heerlen  [(Oranje-Nassau I-IV)]   [Julia]), hangkap: haŋkap (Heerlen  [(Oranje-Nassau I-IV)]   [Laura, Julia]), inhangkap: enhaŋkap (Heerlen  [(Emma)]   [Wilhelmina]) Algemene benaming voor verschillende typen metalen kappen die bij ondersteuning in pijlers toegepast worden. Er bestaan verschillende soorten pijlerkappen, zoals de Haarmannkap, de Gutehoffnungshüttekap en de Van Werschkap. Pijlerkappen kunnen los naast elkaar worden geplaatst, maar ze kunnen ook onderling met elkaar worden verbonden. Daarnaast zijn er kappen die aan de reeds bestaande kunnen worden bevestigd en tegen het dak rusten en dit voorlopig ondersteunen zonder dat er een stijl onder is geplaatst. Dit type kap wordt vooral toegepast in mechanische pijlers waar een stijlenvrij koolfront noodzakelijk is (MBK III pag. 92-93). [N 95, 609; N 95, 363] II-5
aanhitsen aanhitsen: WBD/WLD  ààhīētsə (Heerlen) Hoe noemt u een hond kwaad maken, aanhitsen (hitsen, hissen, opkiezen) [N 83 (1981)] III-2-1
aanhoudend bepoetelen friemelen: friemele (Heerlen), knuffelen: knoevele (Heerlen) aanhoudend in de handen nemen [haffele, verhandvollen] [N 10 (1961)] III-1-2
aanhoudend klagen kuimen: kūūmə (Heerlen) aanhoudend morren en klagen [neuriën] [N 85 (1981)] III-1-4
aanhoudend vragen durchzeveren: dörchzeevərə (Heerlen), kutten: [beïnvloeding door suggestie bij vraagstelling?, rk]  kuttə (Heerlen), lamenteren (<fr.): lèrməteerə (Heerlen), zeveren: zeevərə (Heerlen) aanhoudend vragen om iets te krijgen [kutten] [N 87 (1981)] || alsmaardoor blijven vragen [maren] [N 87 (1981)] III-3-1
aankoppelen aankoppelen: ākopǝlǝ (Heerlen  [(Oranje-Nassau I-IV)]   [Oranje-Nassau II, Emma, Hendrik]), ānkǫpǝlǝ (Heerlen  [(Emma)]   [Julia]) Met behulp van een koppeling mijnwagens aan elkaar vastmaken. [N 95, 679; monogr.; Vwo 7; Vwo 8; Vwo 10; Vwo 11] II-5
aanloop aanloop: aaleup (Heerlen) Aanloop. III-3-2
aanmeten (de) maat nemen: dǝ mǭt nømǝ (Heerlen) Het nemen van de voor een kledingstuk vereiste maten. Bij de heren neemt men de maat van de rughoogte, taillelengte, gehele lengte van het kledingstuk, (halve) rugbreedte, ellebooglengte, mouwlengte, borstbreedte, bovenwijdte, taillewijdte, zitwijdte, armsgatdiepte, verhoudingsmaat, schouderhoogte, korte schouderhoogte, avancement, buikvoorsprong, lendebreedte; opening, lengte en zijlengte van het vest; knielengte, zijlengte, tussenbeenlengste, bandwijdte, zitwijdte, kniewijdte en voetwijdte van de broek (Papenhuyzen II, pag. 5 e.v.). Bij de dames neemt men de maat van de rughoogte, taillelengte, gehele lengte (halve) rugbreedte, ellebooglengte, mouwlengte, borstbreedte, eerste bovenwijdte, tweede bovenwijdte, taillewijdte, heupwijdte, armsgatdiepte, bustehoogte, verhoudingsmaat, voorlengte tot de rughoogtelijn, voorlengte tot de taillelijn, schouderhoogte, avancement, achterlengte, zijlengte, voorlengte, taillewijdte, heupwijdte en onderwijdte van de rok (Papenhuyzen I, pag. 6 e.v.). Zie voor het aanmeten o.a. afb. 23. [N 59, 43; N 62, 2a] II-7
aanrekenen aanschrijven: áásjrīēvə (Heerlen) betaling vragen voor een geleverd artikel; in rekening brengen [schrijven, aankalken] [N 89 (1982)] III-3-1