21470 |
aangeven, verklikken |
aanbrengen:
áábrīngə (Q113p Heerlen),
aangeven:
áágêêvə (Q113p Heerlen),
aanschieten:
áásjīētə (Q113p Heerlen)
|
een overtreding of misdrijf bekend maken aan de overheid [aangeven, verklikken, verklappen] [N 90 (1982)] || heimelijk een overtreding of misdrijf aangeven [bij de overheid] [klikken, verklikken, paanderdragen, klikspanen] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
27907 |
aanhangkap |
aanhangkapje:
ānhaŋkɛpkǝ (Q113p Heerlen
[(Oranje-Nassau I-IV)]
[Julia]),
hangkap:
haŋkap (Q113p Heerlen
[(Oranje-Nassau I-IV)]
[Laura, Julia]),
inhangkap:
enhaŋkap (Q113p Heerlen
[(Emma)]
[Wilhelmina])
|
Algemene benaming voor verschillende typen metalen kappen die bij ondersteuning in pijlers toegepast worden. Er bestaan verschillende soorten pijlerkappen, zoals de Haarmannkap, de Gutehoffnungshüttekap en de Van Werschkap. Pijlerkappen kunnen los naast elkaar worden geplaatst, maar ze kunnen ook onderling met elkaar worden verbonden. Daarnaast zijn er kappen die aan de reeds bestaande kunnen worden bevestigd en tegen het dak rusten en dit voorlopig ondersteunen zonder dat er een stijl onder is geplaatst. Dit type kap wordt vooral toegepast in mechanische pijlers waar een stijlenvrij koolfront noodzakelijk is (MBK III pag. 92-93). [N 95, 609; N 95, 363]
II-5
|
19975 |
aanhitsen |
aanhitsen:
WBD/WLD
ààhīētsə (Q113p Heerlen)
|
Hoe noemt u een hond kwaad maken, aanhitsen (hitsen, hissen, opkiezen) [N 83 (1981)]
III-2-1
|
17926 |
aanhoudend bepoetelen |
friemelen:
friemele (Q113p Heerlen),
knuffelen:
knoevele (Q113p Heerlen)
|
aanhoudend in de handen nemen [haffele, verhandvollen] [N 10 (1961)]
III-1-2
|
18883 |
aanhoudend klagen |
kuimen:
kūūmə (Q113p Heerlen)
|
aanhoudend morren en klagen [neuriën] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
21847 |
aanhoudend vragen |
durchzeveren:
dörchzeevərə (Q113p Heerlen),
kutten:
[beïnvloeding door suggestie bij vraagstelling?, rk]
kuttə (Q113p Heerlen),
lamenteren (<fr.):
lèrməteerə (Q113p Heerlen),
zeveren:
zeevərə (Q113p Heerlen)
|
aanhoudend vragen om iets te krijgen [kutten] [N 87 (1981)] || alsmaardoor blijven vragen [maren] [N 87 (1981)]
III-3-1
|
27401 |
aankoppelen |
aankoppelen:
ākopǝlǝ (Q113p Heerlen
[(Oranje-Nassau I-IV)]
[Oranje-Nassau II, Emma, Hendrik]),
ānkǫpǝlǝ (Q113p Heerlen
[(Emma)]
[Julia])
|
Met behulp van een koppeling mijnwagens aan elkaar vastmaken. [N 95, 679; monogr.; Vwo 7; Vwo 8; Vwo 10; Vwo 11]
II-5
|
23162 |
aanloop |
aanloop:
aaleup (Q113p Heerlen)
|
Aanloop.
III-3-2
|
28929 |
aanmeten |
(de) maat nemen:
dǝ mǭt nømǝ (Q113p Heerlen)
|
Het nemen van de voor een kledingstuk vereiste maten. Bij de heren neemt men de maat van de rughoogte, taillelengte, gehele lengte van het kledingstuk, (halve) rugbreedte, ellebooglengte, mouwlengte, borstbreedte, bovenwijdte, taillewijdte, zitwijdte, armsgatdiepte, verhoudingsmaat, schouderhoogte, korte schouderhoogte, avancement, buikvoorsprong, lendebreedte; opening, lengte en zijlengte van het vest; knielengte, zijlengte, tussenbeenlengste, bandwijdte, zitwijdte, kniewijdte en voetwijdte van de broek (Papenhuyzen II, pag. 5 e.v.). Bij de dames neemt men de maat van de rughoogte, taillelengte, gehele lengte (halve) rugbreedte, ellebooglengte, mouwlengte, borstbreedte, eerste bovenwijdte, tweede bovenwijdte, taillewijdte, heupwijdte, armsgatdiepte, bustehoogte, verhoudingsmaat, voorlengte tot de rughoogtelijn, voorlengte tot de taillelijn, schouderhoogte, avancement, achterlengte, zijlengte, voorlengte, taillewijdte, heupwijdte en onderwijdte van de rok (Papenhuyzen I, pag. 6 e.v.). Zie voor het aanmeten o.a. afb. 23. [N 59, 43; N 62, 2a]
II-7
|
21872 |
aanrekenen |
aanschrijven:
áásjrīēvə (Q113p Heerlen)
|
betaling vragen voor een geleverd artikel; in rekening brengen [schrijven, aankalken] [N 89 (1982)]
III-3-1
|