18927 |
proberen |
bekijken:
bəkĭĕkkə (Q113p Heerlen),
proberen:
prebere (Q113p Heerlen),
pərbeerə (Q113p Heerlen),
verzoeken:
vərzeukə (Q113p Heerlen)
|
een proef nemen met of van [proberen, verzoeken, bezien] [N 85 (1981)] || pogen
III-1-4
|
21722 |
proces |
proces (<lat.):
pərsès (Q113p Heerlen)
|
de zitting van een rechterlijk college waarin een overtreding of misdrijf onderzocht wordt, en waarin een uitspraak gedaan wordt [kwerel, audiëntie, proces, ordenantie] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
21515 |
proces-verbaal |
proces-verbaal:
pərsèsvərbààl (Q113p Heerlen)
|
het geschreven woordelijke verslag van de toedracht van een overtreding [proces-verbaal, daas, nummer] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
23243 |
processie |
processie (<lat.):
percesje (Q113p Heerlen),
prosesse (Q113p Heerlen)
|
Bedevaart doen [ne gank doon]. [N 06 (1960)] || processie [SGV (1914)]
III-3-3
|
28011 |
produktiegereed |
vaardig:
vęǝdex (Q113p Heerlen
[(Oranje-Nassau I-IV)]
[Domaniale])
|
Gezegd van een pijler die gereed is om in produktie gebracht te worden. [N 95, 198]
II-5
|
17742 |
proeven |
keuren:
koare (Q113p Heerlen, ...
Q113p Heerlen),
proeven:
preuve (Q113p Heerlen, ...
Q113p Heerlen,
Q113p Heerlen,
Q113p Heerlen,
Q113p Heerlen),
prèùve (Q113p Heerlen),
prövə (Q113p Heerlen)
|
proeven [SGV (1914)], [SGV (1914)] || proeven [pruuve, pruujve] [N 10 (1961)] || proeven; Hoe noemt U: Een kleine hoeveelheid voedsel of drank in de mond nemen om te onderzoeken hoe het smaakt (keuren, proeven) [N 80 (1980)]
III-1-1, III-2-3
|
30124 |
profielbalken |
ijzeren balken:
īzǝrǝ bɛlǝk (Q113p Heerlen)
|
IJzeren profielijzers, vaak met I-vormige doorsnede, die worden gebruikt bij het vervaardigen van een troggewelf. Zie ook afb. 33. D.i.n. in het woordtype 'd.i.n.-balken' is een afkorting van ø̄deutsche Industrienormø̄. [N 32, 20b; monogr.]
II-9
|
30065 |
profielen |
profielen:
prǫfilǝ (Q113p Heerlen),
prǫvilǝ (Q113p Heerlen)
|
Gladde, rechte houten balkjes met een lengte van ongeveer 1,80 cm en een doorsnede van 7,5 x 7,5 cm, die verticaal op de hoeken van het metselwerk worden geplaatst. Zij worden gebruikt om het loodrecht opmetselen van de muren te bevorderen. Zie ook afb. 28. [N 31, 7a; monogr.]
II-9
|
19272 |
profiteren |
profiteren:
profəteerə (Q113p Heerlen)
|
een goed, nuttig gebruik maken, voordeel trekken van een gelegenheid [blaaien, profiteren, luizen] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
27588 |
promotie maken |
bevorderd werden:
bǝvø̜rdǝrt wēǝdǝ (Q113p Heerlen
[(Emma)]
[Laura, Julia]),
get meer werden:
gɛt mīǝ wēǝdǝ (Q113p Heerlen
[(Emma)]
[Domaniale]),
opklimmen:
opklømǝ (Q113p Heerlen
[(Oranje-Nassau I-IV)]
[Domaniale]),
promotie maken:
promōsi mākǝ (Q113p Heerlen
[(Oranje-Nassau I-IV)]
[Maurits]),
promoveren:
promovērǝ (Q113p Heerlen
[(Emma)]
[Laura, Julia])
|
In rang bevorderd worden of meer loon krijgen. [N 95, 1003]
II-5
|