19225 |
raadsel |
raadsel:
roadsel (Q113p Heerlen)
|
raadsel
III-1-4
|
22726 |
raadsel(tje) |
raadsel(tje):
e raodsel (Q113p Heerlen),
e rudsel (Q113p Heerlen),
e rudselke (Q113p Heerlen),
e rêûtselke (Q113p Heerlen),
ee reuëtselke (Q113p Heerlen),
ee roadsel (Q113p Heerlen),
raodsel (Q113p Heerlen),
raotsel (Q113p Heerlen),
reudselke (Q113p Heerlen),
reuedselke (Q113p Heerlen),
roadsel (Q113p Heerlen, ...
Q113p Heerlen),
rèùselke (Q113p Heerlen),
rötsel (Q113p Heerlen),
rötselke (Q113p Heerlen)
|
raadsel [N 07 (1961)] || Raadsel. || raadseltje [N 07 (1961)]
III-3-2
|
24228 |
raaf |
raaf:
roaf (Q113p Heerlen)
|
raaf
III-4-1
|
27904 |
raam |
raam:
rām (Q113p Heerlen
[(Oranje-Nassau I-IV)]
[Domaniale]),
raambouw:
rāmbōw (Q113p Heerlen
[(Emma)]
[Maurits]),
raamwerk:
rāmwɛrk (Q113p Heerlen
[(Emma)]
[Domaniale]),
venster:
ve.nstǝr (Q113p Heerlen
[(+)]
),
venstǝr (Q113p Heerlen)
|
Ondersteuning, bestaande uit twee stijlen, een kap en een vloerbalk. [N 95, 315; monogr.] || Zie kaart. Een van glas voorziene opening waardoor het buitenlicht naar binnen valt. In het onderzoeksgebied worden de woorden 'venster' en 'raam' ook wel gebruikt voor de houten of metalen omlijsting waarin de vensterruit wordt geplaatst. In het Standaardnederlands zijn de woorden 'raam', 'venster' en 'glas' onzijdig, in de meeste Limburgse dialecten echter vrouwelijk. Wanneer door de invullers nadrukkelijk een vrouwelijk genus werd opgegeven, is achter de betreffende plaatscode een (+) opgenomen. [N 55, 37; RND 49; A 46, 10a; L mon.; monogr.; Vld.]
II-5, II-9
|
30182 |
raamwerk |
geschoor:
gǝšyǝr (Q113p Heerlen)
|
Het gehele timmergeraamte van verticale en horizontale balken. [N 4A, 52f; N 31, 45b; monogr.; N 4A, 52e]
II-9
|
33575 |
raapstelen |
reubenstelen:
WBD/WLD
reubəsjtil (Q113p Heerlen)
|
De jonge gesteelde bladeren van de kleine witte meiraap die in het voorjaar als groente gegeten worden; raapstelen (kelen, rieten, steeltjes). [N 82 (1981)]
I-7
|
33272 |
raapzaadolie |
smout:
šmau̯t (Q113p Heerlen)
|
De olie die uit raapzaad wordt geslagen. Zie de toelichting bij het lemma Koolzaadolie. Bomolie is de olie die uit de eerste slagen van de molen wordt verkregen; ze is van goede kwalitetit en wordt als slaolie gebruikt. Bij de typen lijzend, lijzendsmout en lijzentesmout is uitdrukkelijk opgemerkt dat het om raapolie gaat. Bij de opgave raapzaad is uitdrukkelijk opgemerkt dat het om olie gaat. [JG 1a, 1b; monogr.]
I-5
|
19057 |
raar, vreemd |
raar:
raar (Q113p Heerlen),
vreemd:
vremt (Q113p Heerlen),
vreëm (Q113p Heerlen),
vräm (Q113p Heerlen)
|
01; vreemd [SGV (1914)] || raar [DC 02 (1932)] || vreemd: Hoe luidt in uw dialect het woord - [DC 19 (1951)]
III-1-4
|
21361 |
raaskallen |
brazelen:
bráázələ (Q113p Heerlen),
breuzelen:
breuzələ (Q113p Heerlen),
dollen:
#NAME?
dolle (Q113p Heerlen),
leuteren:
lûutərə (Q113p Heerlen),
lullen:
lullə (Q113p Heerlen),
wauwelen:
waowələ (Q113p Heerlen)
|
onzin praten, raaskallen [revelen, raaskallen, wauwelen, lullen, bazelen] [N 87 (1981)] || revelen [SGV (1914)]
III-3-1
|
28447 |
raat |
raat:
roǝt (Q113p Heerlen)
|
Een raat is een schijf gevormd door twee lagen met de rug tegen elkaar liggende zeszijdige cellen. Ze wordt door de bijen gemaakt voor het opkweken van de larven en voor het opbergen van honing in de winter. Het bouwsel is van was. [N 63, 13a; L 1a-m; S 3; A 25, 10; JG 1a+1b; JG 2b-5, 3; Ge 37, 53; monogr.]
II-6
|