18603 |
borstrok (voor mannen) |
borstrok:
borstrok (Q113p Heerlen)
|
borstrok voor mannen [N 25 (1964)]
III-1-3
|
18602 |
borstrok (voor vrouwen) |
lijfje:
Ook voor kinderen.
liefke (Q113p Heerlen)
|
borstrok voor vrouwen [N 25 (1964)]
III-1-3
|
18248 |
borstspeld |
broche (fr.):
brosj (Q113p Heerlen)
|
broche
III-1-3
|
33968 |
borsttuig |
plathaam:
plathām (Q113p Heerlen)
|
Trektuig bestaande uit een stel leren riemen, dat wel eens gebruikt wordt in plaats van een haam, als het paard aan de schouders gedrukt is (zie WLD I, afl. 9, p. 111). In een vrij groot aantal opgaven verwijst de benaming voor een deel van het borsttuig naar het geheel, bv. het woordtype borstriem. Het omgekeerde, waarbij de term voor het geheel gebruikt wordt ter aanduiding van een onderdeel ervan, komt minder vaak voor (zie lemma Borstriem). [JG 1b, 1c, 1d, 2c; N 13, 51]
I-10
|
18082 |
borstvliesontsteking |
fleuris:
flûurəs (Q113p Heerlen)
|
Pleuris: ontsteking van het borstvlies dat om de longen zit en de binnenkant van de borstkas bekleedt; pleuritis (pleuris, fleuris, floris). [N 84 (1981)]
III-1-2
|
29975 |
borstwering |
borst:
bros (Q113p Heerlen),
borstwering:
bǫrstwē̜reŋ (Q113p Heerlen),
leuning:
leuning (Q113p Heerlen),
schrikplank:
šrekplaŋk (Q113p Heerlen),
steigerleun:
štīgǝrlø̄n (Q113p Heerlen)
|
Het 70 tot 100 cm hoge, gemetselde bovenstuk tussen zoldervloer en dak. Zie ook afb. 49a. [N 31, 34e; N 54, 155] || Leuning in de vorm van een plank die op ongeveer 1 meter hoogte boven de steigervloer aan de binnenkant van de staanders wordt bevestigd. Zie ook afb. 18. [N 32, 3f; monogr.]
II-9
|
18528 |
borstzak(je) |
pochettasje (<fr.):
pochetteschke (Q113p Heerlen)
|
pochetzakje, borstzak [N 23 (1964)]
III-1-3
|
33713 |
bos |
bos:
bøš (Q113p Heerlen)
|
Een met opgaande bomen beplante uitgestrektheid grond hetzij in natuurstaat of aangelegd. [N 27, 4a; RND 82; L 1a-m; L 22, 7; Vld.; monogr.]
I-8
|
33516 |
bos groente |
bussel:
WBD/WLD
bössəl (Q113p Heerlen),
wronkje:
vrungsjke (Q113p Heerlen),
"handvoluitgewromgen groente
vrungske (Q113p Heerlen)
|
Een bundel samengebonden groenten zoals asperges, prei, etc. (bussel, bos). [N 82 (1981)] || een handvol uitgewrongen groente
I-7
|
20734 |
bosbessenvlaai |
wolberenvla:
Eigen syst.
wōērbĕlĕvla (Q113p Heerlen),
worbelenvla:
woerbele vla (Q113p Heerlen),
woerbelevla (Q113p Heerlen)
|
Vla met vulling van bosbessen (mollebeerevlaoj?) [N 16 (1962)]
III-2-3
|