20713 |
boterham (kinderwoord) |
bam:
bam (Q113p Heerlen, ...
Q113p Heerlen),
Eigen syst.
bam (Q113p Heerlen),
boterhammetje:
Eigen syst.
botterhämke (Q113p Heerlen),
smouel:
Eigen syst.
sjmouwel (Q113p Heerlen)
|
Kinderwoord voor boterham (bam, boo?) [N 16 (1962)]
III-2-3
|
20716 |
boterham met kaas |
kaasboterham:
kiesbootter(h)am (Q113p Heerlen),
Eigen syst.
kieësbotterham (Q113p Heerlen),
kaastaart:
Eigen syst.
kieëstaat (Q113p Heerlen)
|
Boterham met kaas (keesbam, keistaat, sjmouer?) [N 16 (1962)]
III-2-3
|
20715 |
boterham met vet |
boterham met vet:
Eigen syst.
botterham mit vet (Q113p Heerlen),
smouer:
Eigen syst.
sjmouwer (Q113p Heerlen)
|
Boterham met vet (sjmouer?) [N 16 (1962)]
III-2-3
|
20754 |
boterham van wit en zwart brood |
boterham half en half:
Eigen syst.
’n botterham hōf en hōf (Q113p Heerlen),
wit en zwart opeen:
Eigen syst.
wit en sjwat op ee (Q113p Heerlen)
|
Boterham van wit en zwart brood (preekheer?) [N 16 (1962)]
III-2-3
|
20885 |
boterhamworst |
schinkenworst:
sjinkewōēsj (Q113p Heerlen)
|
hamworst /schinken- [N 06 (1960)]
III-2-3
|
20553 |
boterkussentje |
babbelaar:
babbeleer (Q113p Heerlen),
boterbabbel:
bótterbàbbəl (Q113p Heerlen),
boterklompje:
bóttərklumkə (Q113p Heerlen)
|
boterkussentje; Hoe noemt U: Een met boter bereid snoepje (boterkussentje, kokkien, suikerspek) [N 80 (1980)]
III-2-3
|
19551 |
boterlepel |
boterspaan:
bottersjpaan (Q113p Heerlen),
boterstekertje:
bottersjtiekerke (Q113p Heerlen)
|
lepel, houten ~; inventarisatie benamingen (boterspaan); betekenis/uitspraak [N 20 (zj)]
III-2-1
|
19517 |
botervlootje |
botergrèle:
bóttergrül (Q113p Heerlen),
boterstolp:
bottersjtölp (Q113p Heerlen),
boterstolpje:
botersjtulpke (Q113p Heerlen),
bŏttersjtulpke (Q113p Heerlen),
botervlootje:
bōttervluuëtje (Q113p Heerlen)
|
botervloot || botervlootje [DC 23 (1953)], [N 20 (zj)]
III-2-1
|
32948 |
botteriken |
haletten:
a`lętǝ (Q113p Heerlen),
ha`lętǝ(n) (Q113p Heerlen)
|
De ladderachtige constructies die vóór en achter op de hooikar worden geplaatst om de laadcapaciteit te vergroten. Zie de algemene toelichting bij deze paragraaf en afbeelding 16, de foto''s b en c. De term ladders ("ledders" en "leren") wordt zowel voor de botteriken als voor de zijladders gebruikt; zie het lemma ''zijladders van de oude kar''. Het lemma bevat alleen meervouden.' [N 17, 70; JG 1a, 1b, 2a; add. uit N 17, 40 en A 41, 24; monogr.]
I-3
|
20527 |
bouillon |
bouillonsoep:
Verklw. bouillonsüpke
bouillonsoep (Q113p Heerlen)
|
consommé
III-2-3
|