e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Heerlen

Overzicht

Gevonden: 6886
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
boterham (kinderwoord) bam: bam (Heerlen, ... ), Eigen syst.  bam (Heerlen), boterhammetje: Eigen syst.  botterhämke (Heerlen), smouel: Eigen syst.  sjmouwel (Heerlen) Kinderwoord voor boterham (bam, boo?) [N 16 (1962)] III-2-3
boterham met kaas kaasboterham: kiesbootter(h)am (Heerlen), Eigen syst.  kieësbotterham (Heerlen), kaastaart: Eigen syst.  kieëstaat (Heerlen) Boterham met kaas (keesbam, keistaat, sjmouer?) [N 16 (1962)] III-2-3
boterham met vet boterham met vet: Eigen syst.  botterham mit vet (Heerlen), smouer: Eigen syst.  sjmouwer (Heerlen) Boterham met vet (sjmouer?) [N 16 (1962)] III-2-3
boterham van wit en zwart brood boterham half en half: Eigen syst.  ’n botterham hōf en hōf (Heerlen), wit en zwart opeen: Eigen syst.  wit en sjwat op ee (Heerlen) Boterham van wit en zwart brood (preekheer?) [N 16 (1962)] III-2-3
boterhamworst schinkenworst: sjinkewōēsj (Heerlen) hamworst /schinken- [N 06 (1960)] III-2-3
boterkussentje babbelaar: babbeleer (Heerlen), boterbabbel: bótterbàbbəl (Heerlen), boterklompje: bóttərklumkə (Heerlen) boterkussentje; Hoe noemt U: Een met boter bereid snoepje (boterkussentje, kokkien, suikerspek) [N 80 (1980)] III-2-3
boterlepel boterspaan: bottersjpaan (Heerlen), boterstekertje: bottersjtiekerke (Heerlen) lepel, houten ~; inventarisatie benamingen (boterspaan); betekenis/uitspraak [N 20 (zj)] III-2-1
botervlootje botergrèle: bóttergrül (Heerlen), boterstolp: bottersjtölp (Heerlen), boterstolpje: botersjtulpke (Heerlen), bŏttersjtulpke (Heerlen), botervlootje: bōttervluuëtje (Heerlen) botervloot || botervlootje [DC 23 (1953)], [N 20 (zj)] III-2-1
botteriken haletten: a`lętǝ (Heerlen), ha`lętǝ(n) (Heerlen) De ladderachtige constructies die vóór en achter op de hooikar worden geplaatst om de laadcapaciteit te vergroten. Zie de algemene toelichting bij deze paragraaf en afbeelding 16, de foto''s b en c. De term ladders ("ledders" en "leren") wordt zowel voor de botteriken als voor de zijladders gebruikt; zie het lemma ''zijladders van de oude kar''. Het lemma bevat alleen meervouden.' [N 17, 70; JG 1a, 1b, 2a; add. uit N 17, 40 en A 41, 24; monogr.] I-3
bouillon bouillonsoep: Verklw. bouillonsüpke  bouillonsoep (Heerlen) consommé III-2-3