e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Heerlen

Overzicht

Gevonden: 6886
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
breukpand oude: ǫwǝ (Heerlen  [(Emma / Oranje-Nassau I-IV)]   [Laura, Julia]), oude man: awǝ mán (Heerlen  [(Emma)]   [Winterslag, Waterschei]), ǫwǝ man (Heerlen  [(Oranje-Nassau I-IV)]   [Willem-Sophia]), vulling: vø̜leŋ (Heerlen  [(Emma)]   [Eisden]) Het pand waar de ondersteuning wordt geroofd met als doel het dak te laten instorten. De invuller uit Q 21 merkt over de opgaven "roofpand" en "vulling" het volgende op: voordat de nachtdienst de transportmiddelen, de lucht- en waterleidingen en de verlichting verplaatst had naar het nieuwe pand en het oude pand had geroofd, sprak men van het "roofpand", dit in tegenstelling tot het nieuwe pand dat het "koolpand" werd genoemd. Als de dagdienst begon, gebruikte men de term "roofpand" niet meer maar werd over de "vulling" gesproken. [N 95A, 14; monogr.; Vwo 198; Vwo 730] II-5
breukpijler breukpijler: brȳǝkpɛjlǝr (Heerlen  [(Emma)]   [Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]), breukstreb: brø̄kštrēp (Heerlen  [(Oranje-Nassau I-IV)]   [Domaniale]), brokpijler: bruxpęjlǝr (Heerlen  [(Emma)]   [Oranje-Nassau II, Emma, Hendrik]), bruxpɛjlǝr (Heerlen  [(Emma)]   [Emma]), brokstreb: bruxštrēp (Heerlen  [(Oranje-Nassau I-IV)]   [Laura, Julia]) Pijler waarvan het ontkoolde gedeelte wordt gevuld door het beheerst laten instorten van het dakgesteente. Dit wordt bereikt door in dit deel van de pijler de ondersteuningen weg te nemen (zie ook het lemma Roven). [N 95, 361; N 95, 578; monogr.; N 95, 545] II-5
breukstijl breukstijl: brȳǝkštil (Heerlen  [(Emma)]   [Oranje-Nassau II, Emma, Hendrik]), brø̄kštil (Heerlen  [(Oranje-Nassau I-IV)]   [Julia]), brokstijl: bruxštil (Heerlen  [(Emma / Oranje-Nassau I-IV)]   [Laura, Julia]) Starre stijl die in breukpijlers wordt gebruikt om een breuklijn tot stand te brengen. De breukstijl is door de betere en snellere verplaatsbaarheid de vervanger van de bok. Zie ook het lemma Bok. G.H.H. in het woordtype "G.H.H.-stijl" (Q 121) is een afkorting voor Gutehoffnungshütte, de fabrikant van dit type stijl. [N 95, 584; N 95, 360; N 95, 566; monogr.] II-5
brevier brevier (<lat.): m.  berveer (Heerlen) brevier [SGV (1914)] III-3-3
brief brief: bre:f (Heerlen), breef (Heerlen) brief [RND], [SGV (1914)] III-3-1
briefkaart briefkaart: breefkaat (Heerlen), breefkáát (Heerlen), postkaart: poskaat (Heerlen), pòskáát (Heerlen) briefkaart || de kaart waarop men tegen lager tarief dan voor brieven correspondentie kan voeren [briefkaart, brievenkaart, postkaart, kaartbrief] [N 90 (1982)] || prentbriefkaart III-3-1
briesen spruisen: šprūsǝ (Heerlen) Proestend, snuivend of blazend geluid met neus en lippen maken. [JG 1a, 1b; L 1, a-m; L 22, 21; N 8, 66 en 67; S 5] I-9
briket briket: Verklw. breketje  breket (Heerlen) briket III-2-1
brikettenfabriek briketfabriek: brikętfabrik (Heerlen  [(Oranje-Nassau I-IV)]   [Domaniale, Wilhelmina]), brīkętfabrik (Heerlen  [(Oranje-Nassau I-IV)]   [Oranje-Nassau II, Emma, Hendrik]), brikettenfabriek: brǝkɛtǝfabrik (Heerlen  [(Emma)]   [Emma, Hendrik, Wilhelmina]), kluithuis: klȳtǝs (Heerlen  [(Oranje-Nassau I-IV)]   [Maurits]) De fabriek waar eierkolen en blokbriketten gemaakt werden. Op de Domaniale mijn werden alleen eierkolen gefabriceerd. Voordat er briketfabrieken waren, werden hoofdzakelijk stukkolen verkocht voor huisbrand, aldus de informant van Q 113. Deze stukkolen werden voor het stoken in kleine stukken geslagen, waardoor ook een vergruizing optrad. Het ontstane gruis werd gemengd met natte leem als bindmiddel. Hiervan werden dan klonten, klytǝ, gemaakt en na droging gestookt. [N 95, 16; monogr.; N 95A1, add.] II-5
brikettenpers briketfabriek: brikɛtfabrik (Heerlen  [(Oranje-Nassau I-IV)]   [Maurits]), eierkolenpres: ɛjǝrkǭǝlǝprɛs (Heerlen  [(Emma)]   [Domaniale]) De briketten- of eierkolenfabriek produceert industriebriketten en eierkolen. In de met oververhitte stoom verwarmde mengketels vindt versmelting van pek en magere fijnkool plaats, waarna het deegachtige mengsel naar de persen vloeit waar het in de gewenste vorm wordt samengeperst. [N 95, 112] II-5