28075 |
breukpand |
oude:
ǫwǝ (Q113p Heerlen
[(Emma / Oranje-Nassau I-IV)]
[Laura, Julia]),
oude man:
awǝ mán (Q113p Heerlen
[(Emma)]
[Winterslag, Waterschei]),
ǫwǝ man (Q113p Heerlen
[(Oranje-Nassau I-IV)]
[Willem-Sophia]),
vulling:
vø̜leŋ (Q113p Heerlen
[(Emma)]
[Eisden])
|
Het pand waar de ondersteuning wordt geroofd met als doel het dak te laten instorten. De invuller uit Q 21 merkt over de opgaven "roofpand" en "vulling" het volgende op: voordat de nachtdienst de transportmiddelen, de lucht- en waterleidingen en de verlichting verplaatst had naar het nieuwe pand en het oude pand had geroofd, sprak men van het "roofpand", dit in tegenstelling tot het nieuwe pand dat het "koolpand" werd genoemd. Als de dagdienst begon, gebruikte men de term "roofpand" niet meer maar werd over de "vulling" gesproken. [N 95A, 14; monogr.; Vwo 198; Vwo 730]
II-5
|
28074 |
breukpijler |
breukpijler:
brȳǝkpɛjlǝr (Q113p Heerlen
[(Emma)]
[Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]),
breukstreb:
brø̄kštrēp (Q113p Heerlen
[(Oranje-Nassau I-IV)]
[Domaniale]),
brokpijler:
bruxpęjlǝr (Q113p Heerlen
[(Emma)]
[Oranje-Nassau II, Emma, Hendrik]),
bruxpɛjlǝr (Q113p Heerlen
[(Emma)]
[Emma]),
brokstreb:
bruxštrēp (Q113p Heerlen
[(Oranje-Nassau I-IV)]
[Laura, Julia])
|
Pijler waarvan het ontkoolde gedeelte wordt gevuld door het beheerst laten instorten van het dakgesteente. Dit wordt bereikt door in dit deel van de pijler de ondersteuningen weg te nemen (zie ook het lemma Roven). [N 95, 361; N 95, 578; monogr.; N 95, 545]
II-5
|
28077 |
breukstijl |
breukstijl:
brȳǝkštil (Q113p Heerlen
[(Emma)]
[Oranje-Nassau II, Emma, Hendrik]),
brø̄kštil (Q113p Heerlen
[(Oranje-Nassau I-IV)]
[Julia]),
brokstijl:
bruxštil (Q113p Heerlen
[(Emma / Oranje-Nassau I-IV)]
[Laura, Julia])
|
Starre stijl die in breukpijlers wordt gebruikt om een breuklijn tot stand te brengen. De breukstijl is door de betere en snellere verplaatsbaarheid de vervanger van de bok. Zie ook het lemma Bok. G.H.H. in het woordtype "G.H.H.-stijl" (Q 121) is een afkorting voor Gutehoffnungshütte, de fabrikant van dit type stijl. [N 95, 584; N 95, 360; N 95, 566; monogr.]
II-5
|
23316 |
brevier |
brevier (<lat.):
m.
berveer (Q113p Heerlen)
|
brevier [SGV (1914)]
III-3-3
|
21250 |
brief |
brief:
bre:f (Q113p Heerlen),
breef (Q113p Heerlen)
|
brief [RND], [SGV (1914)]
III-3-1
|
21205 |
briefkaart |
briefkaart:
breefkaat (Q113p Heerlen),
breefkáát (Q113p Heerlen),
postkaart:
poskaat (Q113p Heerlen),
pòskáát (Q113p Heerlen)
|
briefkaart || de kaart waarop men tegen lager tarief dan voor brieven correspondentie kan voeren [briefkaart, brievenkaart, postkaart, kaartbrief] [N 90 (1982)] || prentbriefkaart
III-3-1
|
33840 |
briesen |
spruisen:
šprūsǝ (Q113p Heerlen)
|
Proestend, snuivend of blazend geluid met neus en lippen maken. [JG 1a, 1b; L 1, a-m; L 22, 21; N 8, 66 en 67; S 5]
I-9
|
19419 |
briket |
briket:
Verklw. breketje
breket (Q113p Heerlen)
|
briket
III-2-1
|
27723 |
brikettenfabriek |
briketfabriek:
brikętfabrik (Q113p Heerlen
[(Oranje-Nassau I-IV)]
[Domaniale, Wilhelmina]),
brīkętfabrik (Q113p Heerlen
[(Oranje-Nassau I-IV)]
[Oranje-Nassau II, Emma, Hendrik]),
brikettenfabriek:
brǝkɛtǝfabrik (Q113p Heerlen
[(Emma)]
[Emma, Hendrik, Wilhelmina]),
kluithuis:
klȳtǝs (Q113p Heerlen
[(Oranje-Nassau I-IV)]
[Maurits])
|
De fabriek waar eierkolen en blokbriketten gemaakt werden. Op de Domaniale mijn werden alleen eierkolen gefabriceerd. Voordat er briketfabrieken waren, werden hoofdzakelijk stukkolen verkocht voor huisbrand, aldus de informant van Q 113. Deze stukkolen werden voor het stoken in kleine stukken geslagen, waardoor ook een vergruizing optrad. Het ontstane gruis werd gemengd met natte leem als bindmiddel. Hiervan werden dan klonten, klytǝ, gemaakt en na droging gestookt. [N 95, 16; monogr.; N 95A1, add.]
II-5
|
27724 |
brikettenpers |
briketfabriek:
brikɛtfabrik (Q113p Heerlen
[(Oranje-Nassau I-IV)]
[Maurits]),
eierkolenpres:
ɛjǝrkǭǝlǝprɛs (Q113p Heerlen
[(Emma)]
[Domaniale])
|
De briketten- of eierkolenfabriek produceert industriebriketten en eierkolen. In de met oververhitte stoom verwarmde mengketels vindt versmelting van pek en magere fijnkool plaats, waarna het deegachtige mengsel naar de persen vloeit waar het in de gewenste vorm wordt samengeperst. [N 95, 112]
II-5
|