e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q112a plaats=Heerlerheide

Overzicht

Gevonden: 2155
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
halve gulden halve gulden: ene hove gulle (Heerlerheide), haove gulle (Heerlerheide) halve gulden, een ~ [N 21 (1963)] III-3-1
halve-centstuk halve cent: ene hove sent (Heerlerheide) halve-centstuk, een ~ [senske?] [N 21 (1963)] III-3-1
hand hand: hand (Heerlerheide) hand [DC 01 (1931)] III-1-1
handdoek handdoek: hant˱dōk (Heerlerheide  [(Oranje-Nassau I-IV)]   [Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau II, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]) De blauw-wit of rood-wit geruite handdoek voor gebruik na het douchen. [N 95, 68; monogr.] II-5
handeg [eg]: [eg] (Heerlerheide  [(driehoekig)]  ) De termen die in dit lemma bijeen zijn gezet, konden worden geduid als benamingen voor de kleine houten eg die door een persoon wordt voortgetrokken bij de bewerking van een klein perceel of de moestuin. Voor zulk werk kon ook één van de velden van een meerdelige eg worden gebruikt. Voor ''eg'' en ''eg'' zie het lemma ''eg''.' [N 15, 4 add.; N J, 10; A 13, 16b; div.] I-2
handen (kindernamen) knoeveltjes: knûûvelkes (Heerlerheide), poetertjes: poeterkes (Heerlerheide), polletjes: poelleke (Heerlerheide) hand: kinderwoorden (pol, polleke, poeleke] [N 10 (1961)] III-1-1
handen (spotnamen) fikken: fikke (Heerlerheide, ... ), jatten: jatte (Heerlerheide, ... ), klauwen: klauwe (Heerlerheide), klouwe (Heerlerheide), knoken: kneuk (Heerlerheide), knêûk (Heerlerheide), poten: pûût (Heerlerheide), vijf geboden: vīēf geboode (Heerlerheide) [N 10 (1961)] III-1-1
handgeld handgeld: handgeld (Heerlerheide) eerste geld dat iemand ontvangt voor zijn waren [handsgeld?] [N 21 (1963)] III-3-1
handhamer vuisthamer: vūshamǝr (Heerlerheide  [(Oranje-Nassau I-IV)]   [Emma]) [N 95, 742; monogr.] II-5
handlamp elektrische lamp: elektrische lamp (Heerlerheide  [(Oranje-Nassau I-IV)]   [Maurits]), potlamp: potlamp (Heerlerheide  [(Oranje-Nassau I-IV)]   [Zwartberg, Waterschei]) Elektrische handlamp, bestaande uit een pot, waarin een accu is ondergebracht en een kopstuk met een gloeilamp. [N 95, 251; monogr.] II-5