| 17996 |
bibberen |
beven:
beven (Q112a Heerlerheide),
bève (Q112a Heerlerheide),
razelen:
raazələ (Q112a Heerlerheide),
rijderen:
Zeer zeldzaam geworden.
riejere (Q112a Heerlerheide)
|
beven [rijde, ridde, riere, rijgele, rijere] [N 10a (1961)]
III-1-2
|
| 20640 |
bierpap |
bierslemp:
schj=ch van chocolade
beerschjlemp (Q112a Heerlerheide)
|
Bierpap (beerslemp?) [N 16 (1962)]
III-2-3
|
| 20665 |
biersoep |
bierslemp:
schj=ch van chocolade
beerschjlemp (Q112a Heerlerheide)
|
Soep, hoofdzakelijk gemaakt van bier (biersoep, beersop, bierzuipe) [N 16 (1962)]
III-2-3
|
| 33244 |
bietenplantjes uitdunnen |
afzetten:
āfzętǝ (Q112a Heerlerheide)
|
Uit de rijen jonge plantjes telkens enkele exemplaren weghalen zodat de overgebleven bietenplantjes meer ruimte krijgen om uit te groeien. Doorgaans wordt dit werk in twee fases gedaan. Eerst wordt met de schoffel of de hak op regelmatige afstanden de rij plantjes over de breedte van de schoffel onderbroken. Van de overgebleven groepjes wordt dan iets later alleen het beste plantje overgehouden; de andere worden met de hand uitgetrokken. Tegelijk wordt dat geselecteerde plantje extra aangezet. Intussen wordt, zoals op het aardappelveld, regelmatig onkruid gewied; zie de toelichting bij het lemma Aanaarden. Het object van de handeling is steeds bieten, bietenplantjes. [N 12, 45; N Q, 8; JG 1b; monogr.; add. uit N 15, 2]
I-5
|
| 30942 |
biezensteker |
biezenmes:
bizǝmɛts (Q112a Heerlerheide)
|
Mesje waarmee men biezen, d.w.z. leren riempjes snijdt. Volgens de informant van Q 253 is een tranchet ongeveer 1 cm breed en 15 cm lang. [N 60, 42]
II-10
|
| 34345 |
biggen werpen |
baggelen:
bagǝlǝ (Q112a Heerlerheide)
|
Biggen ter wereld brengen. [N 19, 13; JG 1a, 1b, 2c; monogr.; N C, add.]
I-12
|
| 34152 |
bij dekking bevrucht |
behouden:
bǝhǫu̯wǝ (Q112a Heerlerheide)
|
De koe is in eerste instantie vermoedelijk bevrucht, als de volgende tochtigheid uitblijft. Na verloop van tijd kan men constateren dat ze drachtig is geworden. [N 3A, 32a]
I-11
|
| 33857 |
bij het stappen de hoeven naar buiten bewegen |
frans staan:
frans štǭn (Q112a Heerlerheide),
fransen:
fransǝ (Q112a Heerlerheide),
zwemmen:
šwømǝ (Q112a Heerlerheide)
|
In dit lemma staan ook de antwoorden op vraag N 8, 77: "met de hoeven naar buiten gekeerd staan". [N 8, 72, 75, 77, 78a en 86]
I-9
|
| 33861 |
bij het stappen de hoeven niet voldoende opheffen |
slepen:
šlēpǝ (Q112a Heerlerheide),
sloffen:
šlufǝ (Q112a Heerlerheide)
|
[N 8, 80]
I-9
|
| 33859 |
bij het stappen de voeten kruiselings plaatsen |
krammen:
kramǝ (Q112a Heerlerheide)
|
[N 8, 76]
I-9
|