e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Heerlerheide

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
proppenschieter klapbus: klabbus (Heerlerheide), klapbös (Heerlerheide), proppenschieter: pro:ppəsjee.tər (Heerlerheide), proppesjeeter (Heerlerheide) Klakkebus (speelgoed gemaakt van vlierehout om proppen mee weg te schieten) [knaptoet, kraaktuut, proppesjeeter, klambös]. [N 06 (1960)] III-3-2
propschoten uitblazer: ūtblø̜asǝr (Heerlerheide  [(Oranje-Nassau I-IV)]   [Domaniale]) Schoten die de prop wegschieten, maar die wat het gesteente betreft zonder uitwerking blijven. [N 95, 441; monogr.; Vwo 404] II-5
pruimtabak pruimtabak: prūmtǝbak (Heerlerheide  [(Oranje-Nassau I-IV)]   [Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau II, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]), sjiek: šik (Heerlerheide  [(Oranje-Nassau I-IV)]   [Emma, Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau II, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]) Tabak die geschikt is om gepruimd te worden. De mijnwerker gebruikte pruimtabak ondergronds ter vervanging van de sigaret. Volgens Dieteren 1984 (pag. 60) stopten de mijnwerkers in het begin van de Limburgse mijnbouw pruimtabak achter hun kiezen als bescherming tegen het gevaarlijke stof. [N 95, 965] II-5
pudding podding: schj=ch van chocolade  poeding (Heerlerheide) Pudding (bodding, podding?) [N 16 (1962)] III-2-3
puistjes borbelen: de oe zit tussen het algemeen nederlandse boer en het Brabantse boerke  bŏĕrbele (Heerlerheide), borbeltjes: buurbelkes (Heerlerheide), puistjes: puustkes (Heerlerheide) puistjes [bultjes, botsels, brobbels] [N 10 (1961)] III-1-2
pungel pungel: pøŋǝl (Heerlerheide  [(Oranje-Nassau I-IV)]   [Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau II, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]) De tas of samengeknoopte handdoek waarin de mijnwerker zijn spullen naar de mijn meeneemt. Volgens een informant van Q 121 vormen een broek, jasje, hemd, sokken, halsdoek en stukje klokzeep, samengebonden in een blauw geruite handdoek, de pungel. De "sneebors" uit K 361 is een speciale broodzak, een tas die alleen voor boterhammen wordt gebruikt. [N 95, 69; monogr.; Vwo 124; Vwo 579] II-5
raadsel(tje) raadsel(tje): ei reutselke (Heerlerheide), roadsel (Heerlerheide), roadselke (Heerlerheide), roatsəl (Heerlerheide), rètselke (Heerlerheide), rêûtsəlkə (Heerlerheide), rôôtsel (Heerlerheide) raadsel [N 07 (1961)] || raadseltje [N 07 (1961)] III-3-2
raam raambouw: rāmbǫw (Heerlerheide  [(Oranje-Nassau I-IV)]   [Domaniale]) Ondersteuning, bestaande uit twee stijlen, een kap en een vloerbalk. [N 95, 315; monogr.] II-5
raam van de spanzaag raam: rām (Heerlerheide) Het houten raam waarin het blad van de spanzaag bevestigd is. Zie ook afb. 18. [N 53, 6b; N I, 1 add.; monogr.] II-12
raar, vreemd raar: raar (Heerlerheide) raar [DC 02 (1932)] III-1-4