e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Heerlerheide

Overzicht

Gevonden: 2155
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
blaaspijler blaasstreb: bloasštrēp (Heerlerheide  [(Oranje-Nassau I-IV)]   [Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau II, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]) Pijler waarvan het ontkoolde gedeelte door middel van een blaasmachine met van elders aangevoerde stenen wordt opgevuld. De invuller uit Q 3 schrijft over de blaaspijler dat dit een "taille" is waar de stenen voor de "stape" onder druk ingeblazen worden. [N 95, 538; monogr.] II-5
blad blad: blat (Heerlerheide  [(Oranje-Nassau I-IV)]   [Beringen, Zolder, Houthalen, Zwartberg, Winterslag, Waterschei, Eisden]) Het bewerkte gedeelte van een rondhout. Zie ook het lemma Rondhout Van Een Platte Kant Voorzien. [N 95, 308; monogr.] II-5
blaffen blaffen: blaffe (Heerlerheide), bletsen: bledsje (Heerlerheide) blaffen III-2-1
blaten bleken: blē̜kǝ (Heerlerheide) Geluid voortbrengen, gezegd van een schaap. [N 19, 76a; S 52, add.; Vld.; monogr.] I-12
blauwe bosbes marbel: -  marbel (Heerlerheide, ... ), wolber: -  wolber (Heerlerheide, ... ) blauwe bosbes [DC 13 (1945)] III-4-3
blauwe klei douwaarde: dǫu̯wē̜rt (Heerlerheide) De blauwe klei in het algemeen en de klei die onder het veen zit in het bijzonder. [N 27, 19b; N 27, 44] I-8
blazer blazer: blø̜̄zǝr (Heerlerheide  [(Oranje-Nassau I-V)]   [Domaniale]) Een uitstroming van gas uit een nauwe spleet van de koollaag of het nevengesteente. Volgens de invuller uit Q 121c kwam het verschijnsel met name voor in gasrijke mijnen zoals de Maurits, de Emma of de Hendrik. In het Kempens Bekken kent men volgens de zegsman uit L 417 geen blazers. Wel komen er ooit plotselinge uitbarstingen voor. [N 95A, 16; monogr.] II-5
bleek, flets zien slecht uitzien: note v.d. invuller: schj = ch van chocolade.  hee zuut ter schjlech oet (Heerlerheide) bleek (hij ziet er bleek uit) [N 37 (1971)] III-1-2
bles bles: blɛs (Heerlerheide) Witte streep op het voorhoofd van de koe. [N 3A, 136b; N 3A, 135b] I-11
blijvend gebit voljarig gebit: vǫljø̄ǝrǝx gebet (Heerlerheide) Op vijfjarige leeftijd heeft het paard een volwaardig gebit, meestal paardstanden genoemd. [JG 1a, 1b; N 8, 18a en 18b] I-9