18309 |
broeksriem |
broekenriem:
brokereem (Q112a Heerlerheide),
buikriem:
boekreem (Q112a Heerlerheide)
|
band of riem waarmee de broek in de taille wordt opgehouden [boekreem, boekband, boksemband] [N 23 (1964)]
III-1-3
|
18551 |
broekzak achter |
vottentas:
vottetesch (Q112a Heerlerheide),
votteteschj (Q112a Heerlerheide)
|
zak aan de achterkant van de broek [konttes, votteske] [N 23 (1964)]
III-1-3
|
18549 |
broekzak opzij |
broekentas:
broketesch (Q112a Heerlerheide),
brooketeschj (Q112a Heerlerheide)
|
broekzak opzij [broeksebuil, boksetes, boksenbool, venget] [N 23 (1964)]
III-1-3
|
33900 |
brokkelhoef |
sprokvoeten:
šprǫkvø̄t (Q112a Heerlerheide),
weke voeten:
węi̯kǝ vø̄t (Q112a Heerlerheide)
|
Een hoef met wanden die zeer bros zijn en gemakkelijk afbrokkelen. In de hoornwand zijn kloven. Als het paard moet beslagen worden, is het moeilijk de ijzers goed vast te nagelen. [N 8, 90u]
I-9
|
34342 |
bronstig |
berig:
bīrex (Q112a Heerlerheide)
|
Geslachtsdrift vertonend, gezegd van het vrouwelijk varken. [N 19, 12; N C, 4d; A 43, 20a; JG 1a, 1b, 1c, 2c; S 52, add.; N 76, add.; monogr.]
I-12
|
33864 |
bronstig, van merries |
hengstig:
heŋkstex (Q112a Heerlerheide),
hits:
hets (Q112a Heerlerheide),
rossig:
rø̜sex (Q112a Heerlerheide)
|
Geslachtsdrift vertonend, gezegd van merries. Een hengstige merrie reageert op de aanwezigheid van de hengst met het optillen van de staart. Ze neemt herhaaldelijk een urirende houding aan, waarbij kleine hoeveelheden urine worden geloosd, terwijl de clitorisch ritmisch naar buiten wordt geperst. Bij de afwezigheid van de hengst zijn deze symptomen minder duidelijk of soms geheel afwezig. [JG 1a, 1b, 1c, 2c; N 8, 42a en 44; N 8A, 2; monogr.]
I-9
|
33865 |
bronsttijd |
dektijd:
dɛktīt (Q112a Heerlerheide)
|
Het antwoord op deze vraag leverde meestal adjectieven met de betekenis "bronstig" op. Deze zijn overgeheveld naar het vorige lemma. [N 8, 44]
I-9
|
19531 |
broodmes |
broodmes:
brootmets (Q112a Heerlerheide)
|
mes waarmee brood wordt gesneden [N 20 (zj)]
III-2-1
|
23221 |
bruidje in de processie |
bruidje:
bruudje (Q112a Heerlerheide),
e brūūdsje (Q112a Heerlerheide),
(mv. ook: witt\\ king\\r).
bruutjə (Q112a Heerlerheide),
(pres...: e van de lid;
ei bruutje in de pressesse (Q112a Heerlerheide)
|
Bruidje in de processie. [N 07 (1961)]
III-3-3
|
18364 |
bruine gebreide dameskous |
hoos:
hous (Q112a Heerlerheide)
|
dameskousen, bruine gebreide ~ [sjanskouse] [N 24 (1964)]
III-1-3
|