28273 |
laadplaats |
füllort:
fylǫrt (Q112a Heerlerheide
[(Oranje-Nassau I-IV)]
[Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau II, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]),
laadplaats:
lātplātš (Q112a Heerlerheide
[(Oranje-Nassau I-IV)]
[Emma])
|
De ondergrondse ruimte naast de schacht waar de mijnwagens op de kooi worden geduwd. [N 95, 690; monogr.; N 95A, 3; N 95, 178]
II-5
|
27368 |
laadstok |
laadstek:
lātštęk (Q112a Heerlerheide
[(Oranje-Nassau I-IV)]
[Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau II, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV])
|
Ronde houten stok waarmee de schiethouwer of schietmeester de patronen in het schietgat duwt. De stok is van hout omdat een metalen laadstok vonken zou kunnen voortbrengen en op deze wijze de lading vroegtijdig zou kunnen doen ontploffen. [N 95, 406; monogr.; Vwo 176; Vwo 178; Vwo 463]
II-5
|
27890 |
laadwagen |
laadschup:
lātšøp (Q112a Heerlerheide
[(Oranje-Nassau I-IV)]
[Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau II, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV])
|
Mechanisch aangedreven machine waarmee bij de aanleg van steengangen en galerijen de losgeschoten of losgehakte stenen in mijnwagens kunnen worden geladen. De woordtypen "eimco" (Q 35), "eimcowagen" (Q 121) en "sullivan" (Q 121) hebben betrekking op laadwagens, genoemd naar de fabrikant. [N 95, 830; N 95, 833; N 95, 834; monogr.; div.; Vwo 388; Vwo 389; Vwo 460; Vwo 695]
II-5
|
33081 |
laag schoven op de wagen |
ring:
reŋk (Q112a Heerlerheide)
|
Zie de toelichting bij het lemma ''tasser op de wagen'' (5.1.5). Voorkop is de laag op de naar voren uitstekende ladder boven het paard. [N 15, 42; JG 1a, 1b, 1c, 2c; monogr.]
I-4
|
18215 |
laars (alg.) |
stevel:
schjtievel (Q112a Heerlerheide)
|
laars [bot, steevel, buus, kamasj] [N 24 (1964)]
III-1-3
|
18374 |
laarzenschacht |
schacht:
scheften (Q112a Heerlerheide)
|
Kent u het woord schacht (of schaft), wat betekent het, hoe spreekt u het uit? [N 60 (1973)]
III-1-3
|
30915 |
laarzeschacht |
beenschijf:
bę̄šīf (Q112a Heerlerheide)
|
Het gedeelte van de laars dat het been boven de voet omsluit. Volgens de informant van L 163a is een kamas een losse schacht op schoen of klomp. [N 60, 15b]
II-10
|
27902 |
labiel geplaatste ondersteuning |
muizeval:
mūsǝval (Q112a Heerlerheide
[(Oranje-Nassau I-IV)]
[Zwartberg, Waterschei])
|
Een labiel geplaatste ondersteuning, een ondersteuning die dreigt het te begeven. [N 95A, 10; monogr.]
II-5
|
28268 |
ladderafdeling |
ledderen:
lɛdǝrǝ (Q112a Heerlerheide
[(Oranje-Nassau I-IV)]
[Emma]),
vaarweg:
vārwex (Q112a Heerlerheide
[(Oranje-Nassau I-IV)]
[Domaniale])
|
Het gedeelte van de schacht waar men door middel van ladders de ondergrond kan bereiken. De ladderafdeling wordt uit veiligheidsoverwegingen aangelegd. Hij wordt gebruikt wanneer het kooivervoer uitvalt. Uit de opmerkingen van de invuller uit Q 15 blijkt dat dit niet vaak is voorgekomen; genoemde zegsman heeft het op de mijn Maurits alleen meegemaakt tijdens een bombardement in de Tweede Wereldoorlog. [N 95, 87; monogr.]
II-5
|
28276 |
lader |
laadjong:
lātjoŋ (Q112a Heerlerheide
[(Oranje-Nassau I-IV)]
[Oranje-Nassau l-IV])
|
De persoon die op de laadpunten de kolen in de mijnwagens laadt door het openen en sluiten van de laadbak. Indien aanwezig, bedient hij ook de wagentrekker of de lier waarmee de wagens verplaatst kunnen worden. [N 95, 141; monogr.; Vwo 229; Vwo 236; Vwo 461; Vwo 465; Vwo 666]
II-5
|