e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=P197p plaats=Heers

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
papier papier: pəpir vərfrumələ (Heers) papier frommelen, verfrommelen [ZND 35 (1941)] III-3-1
paradijs paradijs: het paradējes (Heers) Het Paradijs [et paredies]. [N 96D (1989)] III-3-3
parel parel: pjal (Heers) parel [ZND A1 (1940sq)] III-1-3
paren van de duiven paren: pōͅərə (Heers) Paren [van de duiven]. [Goossens 1b (1960)] III-3-2
parochie parochie: parochie (Heers) Een parochie. [N 96D (1989)] III-3-3
pas uit het ei gekomen kipje kiekje: kikskǝ (Heers) [N 19, 40b] I-12
pasen pasen: poase (Heers), poͅəsə vilt loͅət (Heers) Paschen valt laat. [ZND 34 (1940)] || Pasen [Paoësje, Oeëster]. [N 96C (1989)] III-3-3
pasgeboren kalf kalfje: [kalfje] (Heers) [N 3A, 15 en 20; N C, 6; JG 1a, 1b; monogr.] I-11
passen mikken: mekǝn (Heers  [(oud)]  ), mikken (Heers, ... ) Een kledingstuk passen om te zien of het goed zit en de juiste maat heeft. [N 59, 73; N 62, 8; L 48, 1; monogr.] || Passen. Wie een nieuwe jas bestelt laat zich de maat nemen en moet later naar de kleermaker om het kledingstuk te gaan ... Welk woord gebruikt uw dialect hier? (fr. essayer) [ZND 48 (1954)] II-7, III-1-3
pastoor pastoor (<lat.): de pastoor (Heers), pastoor (Heers, ... ), psto:r (Heers), m  de pestoor (Heers) Een pastoor, het geestelijk hoofd van een parochie [pestoeër]. [N 96D (1989)] || Een priester [preester, prejster, geestelijke]. [N 96D (1989)] || pastoor [RND] || Pastoor. [ZND 14 (1926)] III-3-3