e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=P197p plaats=Heers

Overzicht

Gevonden: 2718
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
eieren uithalen rapen: rǭpǝ (Heers) De gelegde eieren uit het nest halen of oprapen. In dit lemma is een opgegeven object ei of eieren niet gedocumenteerd. Voor een fonetische documentatie van "ei" zie het lemma EI (5.11.2). [N 19, 35] I-12
eierkoek eierkoek: eijərkoek (Heers), ɛrkuk (Heers) eierkoek [ZND 34 (1940)] III-2-3
eik eik: eek (Heers), ek (Heers), ɛi̯k (Heers) eik [RND] || eikenboom [ZND 34 (1940)] III-4-3
eikel eikel: ɛikəl (Heers), ɛi̯kəls (Heers) eikel [ZND 34 (1940)] || eikels [RND] III-4-3
eindvoor in het midden holvoor: huǝ.l[voor] (Heers) De middenvoor is de laatste voor van een akker die men (met een enkele ploeg) uiteengeploegd heeft: de gemeenschappelijke eindvoor van de buitenwaarts geploegde akkerhelften. Een soortgelijke voor ontstaat ook tussen de delen van een op panden te ploegen akker. Naar gelang de omstandigheden ploegt men ofwel een brede of een diepe middenvoor, die als watervoor kan dienen, ofwel een smalle of een ondiepe voor, die desgewenst nog wordt dichtgesleept. Men zie ook het lemma de laatte voor ploegen onder A. Doorgaans heeft met name de niet-specifieke term voor alleen in dat verband de betekenis "middenvoor". [N 11, 55; N 11A, 121d; JG 1a + 1b; monogr.] I-1
eksteroog ekstroei: ekstroei (Heers) eksteroog (op de tenen, fr. cor) [ZND 19 (1936)] III-1-2
elastiek elastiek: ɛlǝstek (Heers) Band- of koordvormig stuk gummi. Elastiek komt voor als enkele draad of als gevlochten of geweven band, in verschillende breedten, en het kent vele toepassingen. [N 59, 42; N 62, 61; L 34, 86; MW; monogr.] II-7
elektriciteit elektriek: eləktrik (Heers) electriciteit [ZND 34 (1940)] III-2-1
elektrische tram elektrieken tram: elektriktram (Heers), elentriken tram (Heers) Een electrische tram. [ZND 34 (1940)] III-3-1
ellende (lijden) ellende: Ich ben zik van d⁄ellende (Heers), misere: ə zit ən də məzerə (Heers), misre: Hieje zit in de məzeejrə (Heers), Ich bən zik van məzerə (Heers) Hij zit in de ellende. [ZND 35 (1941)] || Ik ben ziek van ellende. [ZND 35 (1941)] III-1-4