e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=P197p plaats=Heers

Overzicht

Gevonden: 2718
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
gek persoon dwaas: zelden gebruikt  ənən dwaowəs (gek) (Heers) dwaas". Uitspraak + betekenis [ZND 33 (1940)] III-1-4
geknield zitten op de knien liggen: op de kneije liegen (Heers), op de knien zitten: op de kneije zitten (Heers) (onder de consecratie) knielen, geknield zitten, op de knieën zitten [óp en kneije zitse?]. [N 96B (1989)] III-3-3
geknotte wilg tjonk: tjünkɛs (Heers, ... ), wijde: wee (Heers, ... ) knotwilg [ZND 36 (1941)] || knotwilg (de boom, vooral een wilg, waarvan de takken afgehakt werden en waarop dan dunne twijgen uitschieten. Ze staan vooral langs sloten) [ZND 36 (1941)] III-4-3
gekruld haar kroezelhaar: kroe:zəl hoewər (Heers), krullen: krollə (Heers) hij heeft gekruld haar [ZND 35 (1941)] III-1-1
geld cijns: ps. omgespeld volgens IPA.  seͅi̯əns (Heers), geld: dzi mut gɛlt həbə vər kunə tə bətoͅələ (Heers), geͅlt (Heers, ... ), gèld (Heers), gɛ.lt (Heers), ps. omgespeld volgens IPA.  gɛəld (Heers), poen: ps. omgespeld volgens IPA.  puwən (Heers) geld [RND], [ZND 14 (1926)], [ZND A1 (1940sq)] || Geld in het algemeen; hierbij ook graag allerlei uitdrukkingen [geld, sens, poen, swis, oorden enz.] [N 21 (1963)] || geld opdoen (opmaken) [RND] || Hoe zegt ge in uw dialect: "ge moet geld hebben om kunnen te betalen"of "ge moet geld hebben om te kunnen betalen"? De gehele uitdrukking weergeven. [ZND 36 (1941)] III-3-1
gele lupine lupinen: lø`penǝ (Heers) Lupinus luteus L. Een 30 tot 60 cm hoge plant met een uit gele, lipvormige bloempjes bestaande bloempluim, die bloeit van juni tot september, boonvormige vruchtjes draagt en vooral op zandgronden als bemestingsgewas wordt geteeld. [N Q, 4a; N 11A, 29a en 29b; JG 1a, 1b; A 55, 3b; NE 1, 18; R 3, 30; monogr.] I-5
gelezen mis leesmis: lijesmès (Heers) Een gelezen, stille mis [lèèsmis, sjtil mès?]. [N 96B (1989)] III-3-3
gelijken (op) trekken op: trekke op (Heers) gelijken [ZND 25 (1941)] III-4-4
gelijkspelen gelijkspelen: [Alg. opmerking: de invuller is een nieuwe medewerker en heeft enkel vernederlandste woorden genoteerd die reeds tussen haakjes in de vraagstelling gesuggereerd werden]  gelijk spelen (Heers) quitte spelen, niet verliezen maar ook niet winnen [zijn zaad hebben, tot zijn zaad zijn, gelijk spelen, gelijk staan] [N 112 (2006)] III-3-2
gelofte gelofte: gelofte (Heers) Een gelofte [t jelübde]. [N 96D (1989)] III-3-3