| 24710 |
hars |
terpentijn:
terbeten (P197p Heers)
|
hars [ZND 01 (1922)]
III-4-3
|
| 21497 |
hartelijk |
fel goed:
ze hebbe os fejel goet ontvangen (P197p Heers),
fel vriendelijk:
ze hebbe os fejel vrindelek ontvangen (P197p Heers),
goed:
goed ontvange (P197p Heers)
|
Ze hebben ons gul (hartelijk, vriendelijk, enz) ontvangen. [ZND 24 (1937)]
III-3-1
|
| 22758 |
harten in het kaartspel |
harten:
hatten (P197p Heers),
hatten oe-es (P197p Heers)
|
Harten: harten aas (in het kaartspel). [ZND 19A (1936)] || Harten: Harten is troef. [ZND 08 (1925)]
III-3-2
|
| 21458 |
haten |
haten:
hatte (P197p Heers)
|
Haten. [ZND 26 (1937)]
III-3-1
|
| 32977 |
haver |
haver:
hǭ.vǝr (P197p Heers)
|
Avena sativa L. Men zaait ongeveer 200 kg haver per hectare. Zie afbeelding 1, b. [JG 1a, 1b; A 2, 31; L 35, 101; L lijst graangewassen, 3; Wi 50; monogr.; add. uit N 15, 1a]
I-4
|
| 33070 |
haverhok |
hopper:
hǫpǝl (P197p Heers)
|
Zie de toelichting bij het lemma ''graanhok, stuik, mandel'' (4.6.14). [N 15, 30b; JG 1b, 1c, 2c; Goossens 1963, krt. 38; monogr.]
I-4
|
| 33386 |
haverkist, hakselkist |
haverkist:
[haver]kī.s (P197p Heers)
|
De kist of bak waarin men het droge voer, tegenwoordig de haver, voor het paard bewaart. Deze kist staat meestal in de voergang in de paardestal. Vroeger werden er vooral ook haksel, soms zemelen, geplette haver, kaf of melasse in bewaard. De kist kan door een tussenwand verdeeld zijn. In het ene vak bewaart men dan meestal haver, in het andere iets anders. Soms zijn er meer dan twee vakken. Achter in het lemma staan enkele benamingen bijeen voor dit tussenschot. In het lemma wordt achter de codecijfers zoveel mogelijk met een cijfer vermeld in hoeveel delen de kist verdeeld was en wat er nog meer in bewaard werd dan de in het eerste lid van de woordtypen genoemde voedselsoort. Zie voor de fonetische documentatie van het woorddeel (haver) het lemma "haver" in aflevering I.4, nr 1.2.5 [N 5A, 59c en 72b; JG 1a en 1b; monogr.]
I-6
|
| 24480 |
hazelaar |
hazelstruik:
hazelstroek (P197p Heers)
|
hazelstruik [ZND 26 (1937)]
III-4-3
|
| 21000 |
hazelnoot |
hazelnoot:
hozzelneut (P197p Heers)
|
hazelnoot [ZND 26 (1937)]
III-4-3
|