24355 |
mot |
mot:
ook in ZND 31, 038
mot (P197p Heers),
mottenpepel:
ook in ZND 31, 038
mottepiepel (P197p Heers)
|
mot [ZND 01 (1922)]
III-4-2
|
21263 |
motor |
moteur:
moͅtø͂ͅr (P197p Heers)
|
motor [RND]
III-3-1
|
25130 |
motregen, fijne regen |
niffel:
ps. of toch omspellen volgens IPA: [n@f\\l]?
nɛfəl (P197p Heers)
|
stofregen [ZND 38 (1942)]
III-4-4
|
25100 |
motregenen, licht regenen |
niffelen:
het niffelt (P197p Heers),
ət nɛfəlt (P197p Heers)
|
Motregenen. Vertaal in uw dialect: motregenen, het motregent (regenen met heel fijne druppels). [ZND 49 (1958)] || stofregenen [ZND 38 (1942)]
III-4-4
|
18264 |
mouw |
mouw:
mouew, moueke (P197p Heers),
mouw (P197p Heers),
twie moowən (P197p Heers),
twie mouewe (P197p Heers),
twie mouwen (P197p Heers)
|
een mouw, een mouwtje [ZND 31 (1939)] || mouw (meervoud) [ZND 31 (1939)]
III-1-3
|
26147 |
muilband |
snuit:
snǭ.ǝt (P197p Heers)
|
Brede, ijzeren band om het uiteinde van de naaf die voorkomt dat er aarde en modder op het aseinde terechtkomt. De muilband heeft soms een rechthoekig uitgekapte opening die afgedekt wordt met een klepje. Door de opening kan men de luns uit de as trekken zodat het wiel van de as kan worden verwijderd, bijvoorbeeld wanneer de as gesmeerd moet worden. Zie ook afb. 214. [N G, 43c; N 17, 60a; JG 1a; JG 1b; Vld.; div.]
II-11
|
33066 |
muilband, bovenste band van de schoof |
muilband:
mǭǝ.l[band] (P197p Heers)
|
Zie de toelichting bij het lemma ''garveband'' (4.6.9). Zie voor de fonetische documentatie van het woord(deel) band het lemma ''garveband'' (4.6.9). [N 15, 22b; monogr.; add. uit JG 1b]
I-4
|
17872 |
muilpeer |
muilpeer:
moolpiejər (P197p Heers)
|
hoe heet een slag op de kaak ? Geef aan welke woorden gemeenzaam of plat zijn. [ZND 36 (1941)]
III-1-2
|
20122 |
muizen |
muizen:
mouezen (P197p Heers),
muizen pakken:
meus pakken (P197p Heers)
|
de katten muizen [ZND 31 (1939)]
III-2-1
|
21642 |
muntgeld |
kleingeld:
ps. omgespeld volgens IPA. Het -tekentje heb ik letterlijk overgenomen.
kleͅi’gɛld (P197p Heers),
stukken:
ps. omgespeld volgens IPA. Het -tekentje heb ik letterlijk overgenomen.
støk’kə (P197p Heers)
|
Inventarisatie uitdrukkingen voor: muntgeld, klinkend geld in het algemeen [geen bankbiljetten dus] [speeses?] [N 21 (1963)]
III-3-1
|