| 17825 |
vinden |
vinden:
veinge (P197p Heers)
|
vinden [ZND A1 (1940sq)]
III-1-2
|
| 17768 |
vinger |
vinger:
venger (P197p Heers),
viŋər (P197p Heers, ...
P197p Heers)
|
Doorn: ik heb een doorn in mijn vinger [ZND 23 (1937)] || een vinger [znd A1 (1940sq)] || vinger [RND]
III-1-1
|
| 24265 |
vink |
boekvink:
boekvijnk (P197p Heers),
vink:
veink (P197p Heers)
|
vink [ZND 43 (1943)]
III-4-1
|
| 22671 |
viool |
viool:
[Alg. opmerking: de invuller is een nieuwe medewerker en heeft enkel vernederlandste woorden genoteerd die reeds tussen haakjes in de vraagstelling gesuggereerd werden]
viool (P197p Heers)
|
het muziekinstrument dat bestaat uit een houten kast met klankgaten en een hals waarop 4 snaren zijn gespannen en dat bespeeld wordt met behulp van een strijkstok [viool, fiool, tremp] [N 112 (2006)]
III-3-2
|
| 19745 |
viooltje |
fleut:
flut (P197p Heers)
|
Viola, Fr. violette [ZND 34 (1940)]
I-7
|
| 22417 |
visvangst |
vangst:
[Alg. opmerking: de invuller is een nieuwe medewerker en heeft enkel vernederlandste woorden genoteerd die reeds tussen haakjes in de vraagstelling gesuggereerd werden]
vangst (P197p Heers)
|
alles wat men vangt bij het vissen [vangst, rafel] [N 112 (2006)]
III-3-2
|
| 20727 |
vlaai |
vlaai:
vloie (P197p Heers),
met toelichting van de bereidingswijze
vloaw (P197p Heers)
|
fijn gebak dat de huismoeders vooral ter gelegenheid van de kermis klaarmaken [ZND 48 (1954)]
III-2-3
|
| 20730 |
vlaai met deegdeksel |
appeltaart:
appeltoert (P197p Heers),
taart:
toert (P197p Heers),
met deksel
toert (P197p Heers)
|
een dikke appeltaart met deksel [ZND 32 (1939)] || fijn gebak dat de huismoeders vooral ter gelegenheid van de kermis klaarmaken [ZND 48 (1954)]
III-2-3
|
| 21424 |
vlaams |
duits:
duts (P197p Heers),
hi kan duts klappe (P197p Heers)
|
Hij kan Vlaams (Diets, Duuts) praten. [ZND 08 (1925)] || vlaams [ZND 23 (1937)]
III-3-1
|
| 24266 |
vlaamse gaai |
hanno:
henes (P197p Heers),
henɛs (P197p Heers)
|
vlaamse gaai [ZND 01 (1922)] || vlaamse gaai (meerkol) [ZND 34 (1940)]
III-4-1
|