e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Heers

Overzicht

Gevonden: 2718
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
boon, algemeen boon: bunǝ (Heers) Phaseolus L. Zoals bij de erwt gaat ook hier het lemma met de algemene benaming vooraf aan de namen van specifieke soorten. Enkelvouden en meervouden zijn apart gehouden. [JG 1a, 1b, 1c; L 1, a-m; L 1u, 21; L 8, 84; L 22, 3a; S 4; Wi 14; monogr.; add. uit N P, 23] I-5
boot(je) schuit(je): skuitje (Heers), ə sxøtjə (Heers), oeu van oeuvre  skoeutje (Heers) een bootje (om te roeien) [ZND 24 (1937)], [ZND B1 (1940sq)] III-3-1
bord telloor: teͅlø&#x0304r (Heers), teͅlør (Heers), təlør (Heers) bord (bij het eten gebruikt) [ZND 16 (1934)] || bord (bij het eten) [ZND B1 (1940sq)] III-2-1
bordenrek, schotelrek rekje: reͅkskə (Heers) rekje aan de wand waarop bordjes of sierbordjes worden geplaatst (teerekske) [N 20 (zj)] III-2-1
borg blijven borg staan: eu zoals in oevre  beurg steun veur jomand (Heers) Borg blijven voor iemand. [ZND 22 (1936)] III-3-1
borrelglaasje drupje: drøpkə (Heers) jeneverglaasje met een voetje (borrel) [N 20 (zj)] III-2-1
borsten tetten: tette (Heers) borsten van de vrouw [mamme, memme, tette, tiete] [N 10c (1995)] III-1-1
borstkas borst: bōs (Heers) een borst [ZND A1 (1940sq)] III-1-1
borstvliesontsteking fleuris: fleures (Heers) pleuris [ZND 05 (1924)] III-1-2
bos bos: bōs (Heers), bǭs (Heers) Een met opgaande bomen beplante uitgestrektheid grond hetzij in natuurstaat of aangelegd. [N 27, 4a; RND 82; L 1a-m; L 22, 7; Vld.; monogr.] I-8