e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Heers

Overzicht

Gevonden: 2718
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
filter in de melkzeef filterpapier: filterpapier (Heers), zijgdoek: zęi̯x˱duk (Heers) In het algemeen is de filter een linnen of katoenen lap waardoor de melk gezuiverd wordt van verontreinigingen. In plaats van deze lap gebruikt men ook wel een vel filtreerpapier of een schijf watten. Ouderwets is de met paardenhaar vervaardigde melkzeef. [L 48, 35.Ia, Ib en Ic; Lu 2, 35.Ib en Ic; A 18, 11b en 11c; BN 2, 4; monogr.] I-11
flambouw flambouw (<fr.): en flamboauw (Heers), ən flambei (Heers), ən flambɛi (Heers), lampje: ə lɛmpkə (Heers) Een flambouw (die in de processie wordt gedragen). [ZND 35 (1941)] || Een lantaarn met daarin een brandende kaars die tijdens de processie naast het Allerheiligste werd meegedragen, flambouw. [N 96C (1989)] III-3-3
flank flank: flāi̯.ŋk (Heers) Zijkanten van de buik tussen de achterste ribben en de heup. De flanken dienen kort, gesloten en gevuld te zijn. Zie afbeelding 2.32. [JG 1a, 1b; N 8, 12 en 32.10] I-9
flauw flauw: floow (Heers), flòwe (Heers), weps: weps (Heers) meeps (flauw van smaak) [ZND 31 (1939)] III-2-3
flauwvallen kwalijk vallen: koͅlaek vallə (Heers), van zijn sus vallen: van zenə sys vallə (Heers) in bezwijming vallen [ZND B1 (1940sq)] III-1-2
flikflooien fletsen: ook materiaal znd 23, 55  fletse (Heers), mouwvegen: ook materiaal znd 23, 55  mouwviège (Heers) flikflooien [ZND 01 (1922)] III-1-4
fluim fluim: floewm (Heers), floum (Heers) fluim [ZND 23 (1937)], [ZND A2 (1940sq)] III-1-2
fluisteren stilletjes klappen: stillekes klappə (Heers) fluisteren [ZND 30 (1939)] III-3-1
fluweel, velours velours: flūr (Heers) Weefsel met een bovenkant met rechtopstaande garenuiteinden, ontstaan door een bijzondere afwerking. De binding bestaat uit een grondweefsel, in effen of keper, waartussen draden, die over grotere afstanden los liggen. Door deze door te snijden en op te borstelen ontstaat een pluche-achtig haardek: pool. Door zacht ruwen wordt het ø̄pluizenø̄ bevorderd, waarna de pool op een bepaalde lengte wordt afgeschoren (Bonthond s.v. ø̄fluweelø̄. [N 62, 78; N 62, 75f; 59, 201; MW; L 1a-m; L 23, 57a; S 9; monogr.] II-7
fluwelen broek velours (fr.) broek: floere broek (Heers) een fluwelen broek [ZND 23 (1937)] III-1-3