23981 |
generale biecht |
generale biecht:
en generoale biech (P197p Heers)
|
Een algemene of generale biecht, vaak bij missie en retraite [jeneraalbiech]. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
18165 |
genezen |
genezen:
gəniəzə (P197p Heers)
|
genezen (ww) [ZND A1 (1940sq)]
III-1-2
|
33319 |
gepachte hoeve, pachtgoed |
winning:
weneŋ (P197p Heers),
wɛneŋ (P197p Heers)
|
Het bedrijf dat een boer niet in eigen bezit heeft maar pacht (huurt) van de eigenaar aan wie hij in enige vorm betaalt voor het gebruik. Bij winning in L 352 wordt aangetekend: "vroeger heeft de naam denkelijk bestaan, want er is nog een boerderij die de naam De Winning draagt". Bij enkele opgaven in Nederlands Zuid-Limburg wordt opgemerkt dat enige pachthoeven nog in "halfsheid liggen"; de eigenaar ontvangt de helft van het koren, terwijl de pachter ("halfer") het overblijvende koren krijgt met het stro. Algemene en specifieke termen zijn in dit lemma uit elkaar gehouden. Voor de fonetische documentatie van de opgaven die gelijk zijn aan die voor boerderij in het algemeen, zie het lemma "boerderij, algemeen" (1.1.1). [A 10, 2bI; L 38, 21a; L 48, 22; Lu 2, 22; S 27; Wi 18; monogr.; add. uit L 38, 22 en ander materiaal van lemma 1.1.1]
I-6
|
20408 |
gepensioneerd (zijn) |
gepensioneerd:
znd 35, 65
gepensjənniert (P197p Heers),
gəpénsənîert (P197p Heers)
|
gepensioneerd; hij is -; op pensioen gesteld [ZND 35 (1941)]
III-2-2
|
34057 |
geprimeerde stier |
prijsduur:
prɛ̄sdȳr (P197p Heers)
|
Stier die prijzen en andere bekroningen heeft behaald. [JG 1a, 1b]
I-11
|
17560 |
geraamte |
geraamte:
xərōmtə (P197p Heers)
|
een geraamte [ZND B1 (1940sq)]
III-1-1
|
18939 |
gereed |
gereed:
zet dzjiə gəreit be ur weͅrək (P197p Heers),
⁄t jetə is gəreit (P197p Heers),
klaar:
kliər (P197p Heers),
vaardig:
vjadig (P197p Heers),
vjādig (P197p Heers)
|
gereed (vaardig): het eten is gereed [ZND B2 (1940sq)] || gereed: zijt ge gereed met uw werk ? [ZND B2 (1940sq)] || klaar [ZND A2 (1940sq)] || vaardig [ZND A1 (1940sq)]
III-1-4
|
19091 |
gerieflijk |
gerieflijk:
ə gerie:fələk hooas (P197p Heers),
ə gəriəflək hoɛs (P197p Heers)
|
Gerieflijk huis. [ZND 35 (1941)]
III-1-4
|
32979 |
gerst |
gerst:
gā.s (P197p Heers),
gās (P197p Heers)
|
Hordeum L. De gerstteelt was in Belgisch Limburg betrekkelijk zeldzaam. Bij zomergerst wordt aangetekend: vooral bestemd voor de brouwerij; bij wintergerst: vooral bestemd als veevoer. Volgorde varianten van gerst: 1. met "rst" in de auslautgroep; 2. met "st"; 3. met "rs"; en 4: met alleen "s" in de auslautgroep; zie de eerste klankkaart [kaart 6]; in de tweede klankkaart [kaart 7] is de geografische verspreiding van het vocalisme weergegeven. Zie afbeelding 1, d. [JG 1a, 1b; L A1, 127; L 1 a-m; L 24, 6a; L lijst graangewassen, 2; R 3, 24; S 10; Wi 53; monogr.]
I-4
|
21595 |
geschiedenis |
sage:
en woag vertelle (P197p Heers),
n zaag vertellen (P197p Heers)
|
Een geschiedenis vertellen [ZND 24 1937)]
III-3-1
|