e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Heers

Overzicht

Gevonden: 2718
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
grote hostie grote hostie (<lat.): graote hostie (Heers) De grote hostie, op de pateen gelegen. [N 96B (1989)] III-3-3
grote knikker ruilmaai: enə ry(3)̄lmòi (Heers), trulmaai: truulmoaj (Heers), [Opg. bij Roukens gecorrigeerd a.d.h.v. de oorspronkelijke vragenlijst ZND 16, RK]  t[r}uulmaoj (Heers) Een dikke glazen knikker. [ZND B1 (1940sq)] || Grosser Wurfmurmel. || Knikker: de grote (glazen of stenen). [ZND 16 (1934)] III-3-2
grote trom grosse caisse (fr.): [Alg. opmerking: de invuller is een nieuwe medewerker en heeft enkel vernederlandste woorden genoteerd die reeds tussen haakjes in de vraagstelling gesuggereerd werden]  grosse-caisse (Heers) een grote trom [trombol] [N 112 (2006)] III-3-2
grote trom met bekkens djingel: [Alg. opmerking: de invuller is een nieuwe medewerker en heeft enkel vernederlandste woorden genoteerd die reeds tussen haakjes in de vraagstelling gesuggereerd werden]  djingel (Heers) een grote trom met bekkens [djingel] [N 112 (2006)] III-3-2
grove stem grove stem: een groewefe stem (Heers), en groof steum (Heers), zware stem: ⁄n zwoewer stem (Heers) grove stem [ZND 24 (1937)] III-3-1
guit, schalk deugniet: deugniet (Heers), vieze man: vies man (Heers) guit (grappenmaker) [ZND 01 (1922)] III-1-4
gulden gulden: gəldə (Heers) gulden [ZND 35 (1941)] III-3-1
gulden mis gulden mis: də gələ mɛis (Heers), guulde mijs (Heers) Gulden mis (op Quatertemper woensdag in de advent). [ZND 35 (1941)] III-3-3
gunnen gunnen: jonne (Heers) Ge moet hem dat geluk gunnen [ZND 24 (1937)] III-1-4
haag haag: hǭx (Heers) Omheining van levend hout ter afpaling van een erf of een stuk land. Men kent verschillende soorten hagen onder andere beukenhaag, elzenhaag, ligusterhaag, meidoornhaag, taxushaag en vlierhaag. [N 14, 62; RND 20; Wi 9; S 13, add.; Vld.; A 25, 4a; L 1a-m; L B2, 279; JG 1b, add.; L 32, 45; monogr.] I-8