e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q094p plaats=Hees

Overzicht

Gevonden: 1269
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
miauwen miauwen: miauə (Hees) miauwen [Goossens 1b (1960)] III-2-1
middag (s middags) noen: nun (Hees) middag, noen [ZND A2 (1940sq)] III-4-4
middendeel van het paard pens: pɛ.ns (Hees), romp: ro.mp (Hees) De middel- of middenhand van het paard, in tegenstelling met ''voorste deel van het paard tot achter de voorbenen'' (3.1.3) en ''achterhand van het paard'' (3.3.14). [JG 1a, 1b; N 8, 12] I-9
middennaafbanden naafbanden: (enk)  nǭf˱bã.nt (Hees) De ijzeren banden om het brede gedeelte van de naaf, aan weerszijden van de spaken. Zie ook afb. 214 en de lemmata ɛmuilbandɛ en ɛachternaafbandɛ.' [N G, 43e; N 17, 60; JG 1a; JG 1b; L 39, 22 add.; monogr.; div.] II-11
mijt afdekken dekken: dękǝ (Hees) De korenmijt van een dak voorzien. Zie de toelichting bij het lemma ''buitenstaande korenmijt'' (5.1.18). Bij besteken merkt Goossens in zijn materiaal op: "meer speciaal de grote band om de kop". [N 15, 45a; JG 1a, 1b, 2c; monogr.] I-4
moe moe: muj (Hees) moe [ZND A2 (1940sq)] III-1-2
moedig en opgewekt kwik: kwek (Hees), wakker: wakǝr (Hees) Gezegd van energieke en levendige paarden. [JG 1a; N 8, 64j] I-9
moeilijk vooruitkomen stoffelen: stoefele (Hees), stoofele (Hees), taffelen: Voor een oudere persoon.  taffele (Hees) lopen, gaan; inventarisatie uitdrukkingen; betekenis/uitspraak [N 10 (1961)] || lopen: moeilijk vooruit komen [stachele] [N 10 (1961)] III-1-2
moer moer: mūi̯r (Hees) voedster, vrouwtjes konijn [Goossens 1b (1960)] III-2-1
moestuinx moostem: műstəm (Hees, ... ) [Goossens 1b (1960)] [ZND 27 (1938)] I-7