e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Heijen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
lichaamsvocht leewater: leejwaoter (Heijen) leewater [SGV (1914)] III-1-2
lichtbonte koe halve witte: halǝvǝ wet (Heijen) Zie voor de fonetische documentatie van (koe) het lemma ''koe''(3.3.1). [N 3A, 123b] I-11
lichtboom licht: licht (Heijen) De hefboom waaraan aan één uiteinde het lichttouw is bevestigd; met het andere uiteinde is de lichtboom aan het lichtijzer vastgemaakt. Zie ook afb. 85. [N O, 23e; A 42 A , 27; Vds 111; Jan 145; N D, 22] II-3
lichte klei zavelgrond: zāvǝlgrōnt (Heijen) Grondsoort die bestaat uit zand en klei. Zavel is lichte klei waarin het zandgehalte 60 tot 80% kan zijn. [N 27, 43; N 27, 41] I-8
lichtgeraakt, kregel kregel: kregel (Heijen), lichtgeraakt: līchtgerakt (Heijen) kregel [SGV (1914)] || lichtgeraakt [SGV (1914)] III-1-4
lied, liedje lied: lied (Heijen) lied [SGV (1914)] III-3-2
liederen (mv.) liedjes: liedjes (Heijen) liederen (mv.) [SGV (1914)] III-3-2
liefde liefde: liefde (Heijen) liefde [SGV (1914)] III-3-1
liefkozen knoefelen: Fie.ntje zit mit de poes te knoefele  knoefele (Heijen), zie knoefele  knoevele (Heijen), liefkozen: liefkooezen (Heijen) knuffelen || liefkozen [SGV (1914)] III-1-4
liegen liegen: liegen (Heijen) liegen [SGV (1914)] III-3-1