| 33047 |
metalen deel van de mathaak |
blad:
blat (L165p Heijen)
|
De licht gebogen ijzeren tand van de mathaak. Voor de fonetische documentatie van het woorddeel [zicht]- zie het lemma ''zicht'' (4.3.1). [N 18, 72b; monogr.; add. uit JG 1b]
I-4
|
| 34369 |
metalen scheplepel |
drankschepper:
drāŋksxø̜pǝr (L165p Heijen)
|
Lepel van metaal om varkensvoer mee op te scheppen. [N 18, 132; monogr.]
I-12
|
| 32892 |
metalen tongetjes |
bramen:
brǭm (L165p Heijen),
memmen:
męmǝ(n) (L165p Heijen)
|
De onregelmatigheden aan de snijkant van de zeis, uitstulpingen in de vorm van metalen tongetjes of lipjes, die kunnen ontstaan bij ondeskundig haren. Het lemma bevat meervouden en enkelvouden. [N 18, 90; monogr.]
I-3
|
| 29920 |
metselaar |
metselaar:
mętsǝlǝr (L165p Heijen)
|
Ambachtsman die metselwerk verricht. Zie ook de toelichting bij de lemmata 'metselen' en 'handlanger'. [Wi 2; S 23; L 1a-m; L 17, 30; L B1, 103; RND 46; N 30, 1a; N 95, 159; monogr.; Vld]
II-9
|
| 29996 |
metselzand |
scherp zand:
sxɛrǝp ˲zānt (L165p Heijen)
|
Het zand dat bij de bereiding van mortel aan het bindmiddel, bijvoorbeeld kalk of cement, wordt toegevoegd. Doorgaans wordt gebruik gemaakt van rivierzand omdat dit scherp, schoon en ongelijk van korrelgrootte is. In Q 4 werd het zand doorgaans genoemd naar de plaats van herkomst. Ook de woordtypen 'brunssummmer zand' (Q 203), 'helchterse zand' (P 51), 'helchterse' (K 359) en 'lommelzand' (K 353, K 359, P 56) verwijzen naar plaatsen waar zand wordt of werd afgegraven. Zie voor het woordtype 'chape-zand' (L 364) het lemma 'Vloermortel'. [N 30, 36a; N 30, 36b; N 27, 47; L 42, 57; monogr.]
II-9
|
| 20513 |
metworst |
bummik:
bømek (L165p Heijen),
metbukkem:
mɛt˂bøkəm (L165p Heijen),
metbummik:
mɛt˂bømek (L165p Heijen),
metworst:
mɛtwoͅrst (L165p Heijen)
|
(met)worst (in dikke darm) || metworst
III-2-3
|
| 17838 |
middagdutje |
noren:
nooren (L165p Heijen)
|
middagdutje [SGV (1914)]
III-1-2
|
| 17839 |
middagdutje doen |
de noren houden:
de nooren halden (L165p Heijen)
|
middagdutje [een ~ doen] [SGV (1914)]
III-1-2
|
| 20573 |
middagmaal |
middageten:
boerenbevolking
middagête (L165p Heijen)
|
namen en uren van de dagelijkse maaltijden: 12 uur [ZND 18G (1935)]
III-2-3
|
| 24352 |
mier |
zeikdemmel:
zè.jkdeemel (L165p Heijen),
zè.jkdimmel (L165p Heijen),
zè.jkdèmmel (L165p Heijen),
zeiklem:
zè.jklém(de) (L165p Heijen),
zeiklemd:
zè.jklèmd (L165p Heijen)
|
mier
III-4-2
|