e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Heijen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
sterven sterven: stèrven (Heijen), stɛ̄rvə (Heijen) sterven [DC 38 (1964)], [SGV (1914)] III-2-2
steunhoutjes tussen steel en balk steun: stø̄n (Heijen) Het schuine verbindingstuk tussen de steel en de dwarsbalk van de hooihark, dat ter versteviging van de hark in zijn geheel dient. Vaak ziet men twee van dergelijke steunhoutjes; vandaar de meervoudsvormen in de opgaven. Voor de verscheidenheid aan benamingen, zie ook de opmerking bij de het lemma ''dwarsbalk van de hooihark''. Zie voor de vork- en gaffel-benamingen de toelichting bij het lemma ''steel van de hooihark''. Zie ook afbeelding 11, c. [N 18, 92c] I-3
stiefdochter stiefdochter: zie veurkind  stiefdochter (Heijen), voorkind: stiefdochter maar meer nog -; cf. WNT s.v. "veur". Zie voor  vörkīēnd (Heijen) stiefdochter [DC 05 (1937)] III-2-2
stiefkinderen voorkinder: cf. WNT s.v. "veur". Zie voor  vörkiender (Heijen) stiefkinderen [DC 05 (1937)] III-2-2
stiefmoeder stiefmoeder: stiefmōēder (Heijen) stiefmoeder [DC 05 (1937)] III-2-2
stiefouders stiefouders: stiiefālders (Heijen) stiefouders [DC 05 (1937)] III-2-2
stiefvader stiefvader: stiefvaoder (Heijen) stiefvader [DC 05 (1937)] III-2-2
stiefzoon stiefzoon: zie ook veurkind  stiefzoon (Heijen), voorkind: stiefzoon maar meer nog -; cf. WNT s.v. "veur". Zie voor  vörkīēnd (Heijen) stief`zoon [DC 05 (1937)] || stiefzoon [DC 05 (1937)] III-2-2
stiekem achterbaks: āchterbaks (Heijen) achterbaks [SGV (1914)] III-1-4
stier stier: stīr (Heijen), var: var (Heijen) Mannelijk, niet gecastreerd rund. [JG 1a, 1b; A 4, 12; Gwn V, 1; L 7, 46; L 14, 14; L 20, 12; R 3, 38; S 35; Wi 14; monogr.; add. uit N 3A, 15] I-11