e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Heijen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
taart taart: toart (Heijen) taart [SGV (1914)] III-2-3
taats van de kleine spil taats: tāts (Heijen) Het onderste pinvormige gedeelte van de kleine spil dat bij vast werk in de taatspot draait. Zie ook afb. 62 en de toelichting bij het lemma ɛtaats van het staakijzerɛ.' [N O, 16d; A 42A, 24] II-3
taatspot van de kleine spil taatspot: taatspot (Heijen) De ijzeren pot op de pasbalk die in windmolens als lager van de kleine spil dient. [N O, 16g; A 42A, 25; N D, 21] II-3
tabak tabak: tabak (Heijen) tabak [SGV (1914)] III-2-3
tabakssap seter: sētər (Heijen) tabakssap III-2-3
tafel tafel: toͅfəl (Heijen, ... ) tafel [SGV (1914)] III-2-1
tafelblad tafelbred: toͅfəlbrɛt (Heijen) tafelblad III-2-1
tafelbroeder; niet te gebruiken bijeengebrachte kinder: idem tafelzuster  bi-èngebrōchte kiender (Heijen) tafelbroeder [DC 05 (1937)] III-2-2
tafelzuster; niet te gebruiken bijeengebrachte kinder: idem tafelbroeder  bi-èngebrōchte kiender (Heijen) tafelzuster [DC 05 (1937)] III-2-2
tak (alg.) stek: sték (Heijen), tak: tak (Heijen, ... ) tak [SGV (1914)] III-4-3